GWW-Totaal 2 - 2020

33 NUMMER 2 / MAART 2020 OPENBAAR GROEN Wetenschappelijke Raad van Advies De methodiek van NL Greenlabel wordt jaarlijks door eenWetenschappelijke Raad van Advies gevalideerd om de beoordelingscriteria actueel te houden. Dat is nodig in een tijd waarin ontwikkelingen en inzichten met sprongen vooruit gaan. De volgende wetenschappers nemen plaats in de WRA: • Dr. ir. Robbert Snep, DLOOnderzoeker, WUR • Prof. dr. ir. Andy van den Dobbelsteen, Hoogleraar Climate Design & Sustainability, TU Delft • Dr. Jolanda Maas, senior onderzoeker sectie Klinische Psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam • Dr. Maarten Arentsen, Universitair hoofddocent Energie-innovatie, Universiteit Twente • Em. prof. dr. ir. Michiel Haas, Directeur Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie • Drs. Kim van der Leest, Bioloog, conceptontwikkelaar en belevingsspecialist • Dr. ing. Bob Ursem, Wetenschappelijk directeur Botanische Tuin TU Delft • Prof. dr. ing. Anke van Hal, Sustainable Building bij het Nyenrode Center for Entrepreneurship, Governance & Stewardship • Dr. Gerard Korthals, Researcher Terrestrial Ecology bij Centrum voor Bodemecologie (WUR en NIOO-KNAW) hetgeen je waarneemt en invloed hebben op de omgevingsomstandigheden. Zicht hebben op groen, of dat nu in of buiten het gebouw is, behoort ook tot deze basisbehoeften. Dat werd onderstreept doordat in diezelfde jaren ’90 in Duitsland bleek dat gebruikers van gebouwen zich in een groen atrium beter voelden dan in typische kantoorkamers. Uit recenter onderzoek blijkt dat een groene omgeving ook een positieve invloed heeft op gezondheid en concentratievermogen. Mijn collega Jolanda Maas uit de WRA doet op dit vlak belangrijk onderzoek. Het welbevinden is eigenlijk belangrijker dan andere indica- toren, zoals de luchtkwaliteit, ook al kan het moeilijker worden gemeten. Het gaat er uit- eindelijk om dat mensen zich prettig voelen.” Hoe komen dit soort wetenschappelijke inzichten in de beoordelingsmodellen van NL Greenlabel? “We hebben ten minste twee keer per jaar een bijeenkomst met alle aangesloten weten- schappers en NL Greenlabel. Daar bespreken we de laatste ontwikkelingen die relevant zijn voor de modellen en beslissen we op basis daarvan of we de modellen kunnen aanscher- pen of verbeteren. NL Greenlabel biedt twee soorten model- len. Enerzijds een Lifecycle Analysis (LCA) voor de planten, producten en materialen, daarnaast een Multicriterium Analysis (MCA) voor de leefomgeving. Ik ben van mening dat het voor de opdrachtgever vooral waardevol is om de MCA, zoals het NL Gebiedslabel, vroegtijdig in de ontwerpfase in te zetten. Dan bied je landschapsarchitecten en ont- werpers echt een oriëntatie bij het ontwer- pen van een integrale en duurzame buiten- ruimte. Daarin is het NL Gebiedslabel echt uniek. In een later stadium, bij de oplevering, heb je naar mijn idee zwaardere wetenschap- pelijke modellen nodig die dieper kijken. In de wetenschap gebeurt er op dit vlak heel veel. We moeten niet vergeten dat we sinds de jaren ’90 bezig zijn met het ontwikkelen van LCA’s. In het begin werden veel relevante factoren niet meegewogen, maar vandaag de dag is een LCA een omvangrijk, degelijk en betrouwbaar instrument dat van wieg tot graf alles meeneemt. Die precisie mist het product- en plantenlabel van NL Greenlabel nog. Je zou door samenwerking met andere partijen wel een dergelijke precisie kunnen introduceren, ook al heb ik begrepen dat de methode met opzet minder verfijnd is dan de standaard LCA. Eenvoud, transparantie, betrouwbaarheid en betaalbaarheid staan voor NL Greenlabel voorop.” Veel wetenschappers zijn huiverig voor het publieke debat, omdat snelle meningen niet stroken met de afgewogen benadering van de wetenschap. Jij zoekt het juist op, bijvoorbeeld op Twitter, in interviews en in publieke lezin - gen. Waarom heb je besloten om deze publieke rol in te nemen? “Wetenschap is een verkenning van het onbekende, van zaken die we nog niet weten. Daar doen we onderzoek naar, waar resul- taten uit volgen. Op basis van die resultaten kunnen we uitspraken doen. Ik vind dat we die resultaten niet alleen in double-blind peer-reviewed tijdschriften moeten publice- ren, maar ook met een groter publiek moeten communiceren, als dat relevant is. Het debat mag je niet alleen aan politici en opinieleiders overlaten, die missen in veel gevallen de deskundigheid. Tegelijk wil ik benadrukken dat ik nooit zal speculeren over zaken waar we geen duide- lijke resultaten over hebben verkregen. Maar als het bijvoorbeeld gaat om klimaatveran- dering is de wetenschappelijke consensus helder en mogen – nee, moeten – we die resultaten ook communiceren met een groter publiek. Ten slotte heeft de wetenschap een zelfreinigend vermogen. Zodra een deskun- dige collega bijvoorbeeld een kanttekening plaatst bij de inhoud van een tweet, ben ik de eerste die hem aanpast of verwijdert. Dat is nog maar een enkele keer gebeurd. Ook we- tenschappers zijn mensen, maar zij hebben in de maatschappij een grote verantwoorde- lijkheid.” Andy van den Dobbelsteen: “Ik ben van mening dat het voor de opdrachtgever vooral waardevol is om een Multicriterium Analysis, zoals het NL Gebiedslabel, vroegtijdig in de ontwerpfase in te zetten. Dan bied je land - schapsarchitecten en ontwerpers echt een oriëntatie bij het ontwerpen van een integrale en duurzame buitenruimte.” Foto: Valerie Kuypers. Wat is NL Greenlabel? NL Greenlabel staat voor een meet- baar duurzame leefomgeving. De organisatie hanteert een integraal con- cept van duurzaamheid dat urgente opgaven zoals klimaatadaptatie, ener- gietransitie, behoud van biodiversiteit en maatschappelijk draagvlak met elkaar verbindt. Dankzij de duurzaamheidspaspoorten van NL Greenlabel kan het brede be- grip ‘duurzaamheid’ worden vertaald in tastbare resultaten. Gebieden, terreinen, tuinen, maar ook producten en materialen worden op onafhanke- lijke wijze beoordeeld op basis van hun waarde voor mens en natuur. In een leesbaar rapport wordt een vakkun- dige beoordeling gecombineerd met realiseerbare adviezen die tal van relevante aspecten raken. Gemeentes, projectontwikkelaars en andere op- drachtgevers kunnen op deze manier heel gericht sturen op een duurzame leefomgeving.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=