GWW-Totaal 2 - 2020
PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 36 VEELZIJDIG MKB-BEDRIJF ZIET UITDAGINGEN IN LASTIGE TIJD Creatief en groen ondernemerschap ‘MKB’ERS MOGEN KOMEN OPDRAVEN ALS DE RIJKSOPDRACHTGEVER OMHOOG ZIT EN SNEL EN FLEXIBEL SCHAKELEN GEBODEN IS’ Gevolgen PFAS Bijlsma BV heeft twee baggerboten en een eigen baggerdepot. De boten liggen al meer dan een half jaar voor anker. Eerst de laatste tijd komen er weer enkele kleine klussen los. Onlangs kreeg directeur van Bijlsma BV een telefoontje van een ambte - naar van het ministerie van Infrastructuur enWaterstaat. Deze snapte niet waarom het bedrijf niet direct verder kon met baggeren nu de norm verruimd was tot 0,5 microgram per kilogram grond. Jelle Coen Bijlsma heeft inmiddels veel ervaring met politici, maar hij kan maar niet wennen aan de Haagse onkunde over de gevolgen van in dit geval een normverande- ring. Het gemeentelijk beleid moet afgestemd worden op de nieuwe norm. Daarvoor is een gezamenlijk overleg nodig met de provincie. Dat organiseer je niet van de ene op de andere dag. Bovendien zal deze zomer naar alle waarschijnlijkheid de norm opnieuw aangepast worden. Ook zijn de stortkosten op dit moment erg hoog. Kon je bij wijze van spreken voorheen 100 km voor een miljoen euro laten baggeren. Nu is dat nog maar 50 km. Er is nog altijd erg veel onzekerheid. De gemeenten wachten op een moment waarop het baggerwerk goedkoper kan worden uitgevoerd. Ze hebben geen haast. De depots van RWS zijn weliswaar open, maar de dichtstbijzijnde is voor Bijlsma aan het IJsselmeer. Dat bete- kent 20 euro per ton aan extra transportkosten. Dat gaat de gemeente niet betalen. Allemaal praktijkprocessen waar men in Den Haag geen flauw benul van heeft. Bijlsma heeft meer ijzers in het vuur, maar voor kleine baggerbedrijven is het rampzalig. Betonwerk Brug Tjalleberterkrite in Tjalleberd. Directeur Jelle Coen Bijlsma: “We willen een bedrijf zijn dat circulair in de keten kan opereren.” Dijkversterking Lauwersmeerdijk. Onderleiders Lege Wâlden: vervangen van 3 onderleiders te Akmarijp, Terkaple en Ballingbuur. Bijlsma BV stond in 2015 te boek als meest duurzame bedrijf van Ne- derland. Het groene denken is inmiddels diepgeworteld in het beleid van de onderneming. Maar het moet wel werk opleveren zegt direc- teur Jelle Coen Bijlsma. De nuchtere Fries praat over uitdagingen, problemen en keuzes van deze tijd. “Politiek heeft het contact met de dagelijkse praktijk verloren, terwijl deze tijd juist vraagt om een overheid die leiding geeft door effectieve maatregelen en besluiten te nemen.” TEKST: ARIE GREVERS BEELD: JELLE BIJLSMA BV Jelle Coen Bijlsma is directeur van Jelle Bijlsma BV, het bedrijf dat zijn opa en naam- genoot officieel heeft opgericht in 1961. Deze was boerenarbeider en dat wilde hij niet zijn hele leven blijven. Daarom begon hij sloten uit te maaien voor de Nederlandse Spoorwegen. Voor hij er erg in had, was hij aannemer die personeel in dienst nam. De oorsprong van het bedrijf ligt in de groen- voorziening. Het cultuurtechnische werk is nog altijd de divisie waar ruim de helft van de totale omzet gedraaid wordt. Maar in de loop der tijd heeft het bedrijf de activiteiten aanzienlijk verbreed. Als eerste kwam het baggerwerk erbij, een mooie aanvulling voor het winterseizoen. De vader van Jelle Coen, heeft het grondverzet erbij gehaald. De huidige directeur heeft evenmin stilgezeten. Sinds hij het roer heeft overgenomen is de verbreding voortgezet met rioleringswerkzaamheden, betonbouw (kunstwerken), sloopwerk, recycling van puin en composteren van groenafval. Na de overname van Van Assen BV, fami- liebedrijf en specialist in sloop en recycling, opereert Bijlsma vanaf twee locaties in Friesland: Giekerk en Kootstertille. Jelle Coen: “We zijn dichtbij wat we willen zijn: een bedrijf dat circulair in de keten kan opereren. Groenafval wordt compost en van puin ma- ken we granulaten. We kunnen het allemaal in eigen huis.” In de zomer werken er 150 mensen voor Bijlsma en in de winter onder normale omstandigheden 120. “Dat redden we deze winter niet door de stikstof- en pfas-crisis. We kunnen maar amper onze mensen met een vast contract aan het werk houden. Dat zijn er honderd. Twee mensen hebben we inmiddels moeten ontslaan.” KLANTEN Het bedrijf rekent de provincies Friesland en Drenthe tot de vaste klanten voor het maaien en onderhouden van bermen en sloten. Voor waterschappen in het noorden – hoogheemraadschap Noorderkwartier, waterschap Friesland en Noorderzijlvest – legt het bedrijf onder meer persleidingen en bouwt en onderhoudt gemalen. Verder voert het ’t gebruikelijke werk voor gemeenten uit. Ook Rijkswaterstaat doet volgens Jelle Coen bij tijd en wijle een beroep op de mkb’er. Dat is opmerkelijk, want meestal is het toch zo, dat het grootbedrijf de ‘clusteropdrachten’ binnenharkt. Heeft hij andere ervaringen? “Dat moet je inderdaad wel nuanceren. Ook in het noorden zet RWS de werken in om- vangrijke clusters weg. Wij kunnen werken tot vijf à zes miljoen wel aan. Meestal gaan de werken van het rijk onze krachten te boven. Bij hoge uitzondering komt er een werk langs waarop ook wij inschrijven. Bijvoorbeeld de primaire keringen op de Friese eilanden. Ook hebben we samen met de Koninklijke BAM een RWS-tender gedaan. Soms komt het de rijksopdrachtgever goed uit dat het mkb flexibel is en snel kan scha - kelen. Dat was het geval toen een ‘geclus- terd’ onderhoudscontract aan wegen niet verlengd werd en het nog een jaar duurde voordat er opnieuw werd aanbesteed. Voor dat jaar zijn het asfalt en de kunstwerken eruit geknipt en is het werk in delen aanbe- steed onder vier mkb’ers. Daar doen we dan gewoon aan mee. Op zich is het natuurlijk vreemd dat ’t niet altijd zo kan. Temeer om- dat de ‘mkb-route’ volgens mij ook nog eens goedkoper is. Maar wij stellen dat niet ter discussie en willen – net als andere mkb’ers – het werk in dat overgangsjaar graag uit- voeren. Mkb’ers zijn opportunisten, dat zit in het dna. Bovendien komen die kansen niet zo vaak voorbij, neemt de werkvoorraad af en worden de prijzen minder. In je eentje kun je niet zoveel invloed uitoefenen.” Mede daarom, stelt Jelle Coen, is het lidmaat- schap van een brancheorganisatie belangrijk. Vanuit het collectief is ook in dit opzicht veel meer te bereiken. Behalve van MKB Infra is Bijlsma lid van Cumela.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=