GWW-Totaal 4 - 2020
9 NUMMER 4 / JULI 2020 THEMA KUNSTWERKEN van ál het hout dat wordt geïmporteerd al voorzien is van één van genoemde certifica - ten en dus afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Bossen die niet onder duurzaam bosbeheer vallen, lopen een grote kans om te worden vernietigd door gebruik van het land voor akkerbouwgewassen als soja, palmolie of cacao en veeteelt. Dat levert in eerste instantie veel meer en sneller geld op. Willen we dat bossen in de tropen behouden blijven en dat de biodiversiteit in stand blijft? Dan is het juist verstandig om het duurzaam geproduceerde hout uit deze bossen wel te gebruiken, want dat levert de noodzakelijke inkomsten op om het beheer uit te voeren, stroperij tegen te gaan en lokale bevolking te ondersteunen. Hoe meer duurzaam hout wordt toegepast, des te meer bos onder duurzaam beheer komt, dus: ‘Red het woud, koop duurzaam geproduceerd hout’. AAN DE SLAG MET CIRCULAIRPLUS Biobased materialen, dus hout, zijn een belangrijk middel ommilieuwinst te halen, schaarste en afval te voorkomen en daarmee ook een bijdrage te leveren aan de klimaat- en circulaire doelen. Middels het rijksbrede programma ‘Nederland circulair in 2050’ heeft de overheid zich verplicht om in 2023 volledig circulair in te kopen, in 2030 50% circulair te zijn en in 2050, 100%. Daarbij zijn drie richtingen bepaald: 1. 50%minder gebruik van primaire abi- otische grondstoffen (fossiel, mineraal en staal). 2. Meer hernieuwbare grondstoffen. 3. Meer hergebruik en recycling. Er wordt hard gewerkt aan het meetbaar maken van circulariteit, zoals door CB’23. Vooral fossiele en minerale grondstoffen krijgen aandacht, omdat deze de grootste milieubelasting vormen en de grootste kans hebben om schaars te worden. De focus ligt sterk op de technische cyclus, dus herge- bruik, recycling, waardebehoud en losmaak- baarheid. Er is echter vastgesteld dat als we alle uit sloop vrijkomende materialen hergebrui- ken dit slechts één derde van de benodigde grondstoffen voor nieuwbouw oplevert. De resterende twee derde moet dus ingevuld gaan worden met hernieuwbare en alge- meen beschikbare grondstoffen. Biobased materialen afkomstig uit duurzaam beheerde bronnen zijn hernieuwbaar en daarmee on- ontbeerlijk om te komen tot een volwaardige circulaire economie. Biobased grondstoffen, zoals hout, zijn volgens PBL 3 dan ook geen onderdeel van de 50% reductiedoelstelling van de overheid, omdat ze al circulair zijn (biologische kringloop). Maar hout kan meer; zij kan ook volop mee- draaien in de technologische kringloop: dam- wanden worden bijvoorbeeld nu al op grote schaal hergebruikt door ze in te korten en/of omgekeerd te herplaatsen, of ze op te zagen en ze weer toe te passen op de waterlijn in combinatie met een naaldhout onderstuk. Bruggen worden ontmanteld en van de onderdelen worden weer nieuwe bruggen gemaakt, zoals inWestervoort, Almere en Nijmegen. Meerpalen vinden gretig aftrek voor toepassing in de B&U, bijvoorbeeld als kolommen of als gevelbekleding. Hout kan dus meedraaien in zowel de biologische alsook de technische cyclus en is dus als het ware CirculairPlus. PLANT MEER BOMEN ÉN GEBRUIK MEER HOUT Het was al onderdeel van het Kyoto Protocol (1992), van de Paris Agreements (2015) en nu ook van de EU Green Deal (2019) van Frans Timmermans en de Nederlandse bossenstra- tegie (2020): CO 2 -vastlegging door aanplant van bomen en meer hout voor de bouw. We weten namelijk al heel lang dat de CO 2 die in hout is vastgelegd nog langer kan worden opgeslagen, als het wordt gebruikt in gebou- wen, bruggen, sluizen en damwanden. In de tussentijd groeit het bos weer op natuurlijke wijze aan, waarbij weer meer CO 2 wordt opgeslagen. Tegelijkertijd vervangt hout, bij een toenemend gebruik, materialen met een hoge(re) CO 2 -uitstoot, waardoor nog meer CO 2 -emissies worden voorkomen. Dit is ook reden dat in klimaatbeleid gericht op ‘Zero Carbon Building’, zoals in de EU Green Deal, door de Green Building Council en het (inter) nationale bankwezen, het toepassen van bio- based materialen in de bouw en gww speci- fiek wordt aangewezen als methode om CO 2 te reduceren. Het is dus geen verzinsel van de bos- en houtindustrie, maar een mecha- nisme dat wetenschappelijk is onderbouwd en als zodanig ook wordt onderschreven door bijvoorbeeld het International Panel of Climate Change (IPCC). In een recent artikel van de Nederlandse beton- en cementlobby, waarin zij zich afzet- ten tegen het gebruik van hout, verwijzen ze naar onderzoek van de Wilderness Society 4 . Hierin wordt echter, in tegenstelling tot wat in het artikel wordt beweerd, juist geconclu- deerd dat het gebruik van hout uit oogpunt van substitutie essentieel is voor de reductie van CO 2 (zie kader). Gelukkig zijn er steeds meer opdrachtgevers die CO 2 -emissie mee- nemen als gunningscriterium bij aanbeste- ding. Zo werd de uitvoering van de ‘Blauwe loper’, de langste fiets- en voetgangersbrug van Europa door de gemeente Groningen aanbesteed op basis van ‘een zo duurzaam mogelijke verbinding’. Bij de beoordeling is gekeken naar de laagste CO 2 -uitstoot, alsook totale milieukosten (Milieukosten Indicator); het werd daarmee een ontwerp in hout. Conclusie: plant meer bomen én gebruik meer hout. MILIEUBELASTING IS MEER DAN ALLEEN CIRCULARITEIT Een kunstwerk kan vele circulaire eigen- schappen hebben. Maar als de uiteindelijke milieuscore hoog is, draagt het niet bij aan de doelstellingen rond klimaat, en grondstof- en afvalbeheer, en daarmee niet aan de circu- laire doelstellingen. Daarom is het belangrijk om naast het gebruik van circulaire criteria ook te kijken naar de milieubelastingen (MKI). Levenscyclus analyse (LCA) helpt bij het vaststellen van circulariteit (Module C en D in MPG en DuboCalc), maar geeft daarnaast een beter beeld van de totale milieu-im- pact. Om deze reden heeft de houtsector ook LCA’s 5 laten maken van damwanden, beschoeiingen, dekdelen, geleiderails en wegportalen. Meer informatie toepassing hout in gww: www.houtindegww.nl . 1) https://www.youtube.com/wat- ch?v=wHHAjTsiyME&feature= youtu.be 2) Het onderzoek naar de levensduur van dam- wanden is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in het kader van het Beleidsondersteunend onder- zoekthema ‘Klimaatenveloppe Klimaatslim Bos, Natuur en Hout’. 3) PBL, Rapport: ‘Doelstelling circulaireecono- mie 2030 - Operationalisering, concretisering en reflectie’, pg25, Den Haag, 17 december 2019 4) Ann Ingerson, ‘U.S. Forest Carbon and Climate Change Controversies and Win-Win Policy Approaches’, Wilderness Society, 2017, pg12, figuur 9.: https://www.nrcm.org/wp-con- tent/uploads/2013/10/TWS_US-Forest-Car- bon-and-Climate-Change_2007.pdf 5) Het LCA onderzoek naar beschoeiingen, dekdelen, geleiderail en wegportalen is gedaan in samenwerking met Rijkswaterstaat. CO 2 -VASTLEGGING IN BOS EN DOOR SUBSTITUTIE EFFECT Biologische en technische cyclus. Hout past in beide kringlopen. Bron: Ellen McArthur Foundation. CirculairPlus gebruik van Hout. Technische recycling in circulaire brug in Almere Haven. Foto: Meerdink Bruggen. CO 2 -vastlegging in bos en door substitutie effect The storage of wood products strategy appears to be superior only if benefits include the substitution of wood for concrete in constructions (Tan area). Concrete manufacturing releases vast amounts of CO 2 eq, due to both fossil fuel for heat and carbon released by the chemical trans- formation of lime to make cement. As the figure illustrates; substituting wood for concrete would reduce CO 2 eq-emissions dramatically; conversely, if management to boost forest carbon stores reduces the availability of wood for construction, it would inadvertently cause more emissions if builders turn to concrete of fossil-fuelbased plastics as substitutes. ’ 4
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=