GWW-Totaal 3 - 2021
PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 30 Drie concepten geselecteerd voor SBIR Verkeers- campagne maximum- snelheid van start Op 3 mei ging de jaarlijkse landelijke verkeerscampagne van start om auto- mobilisten zich beter aan de maximum- snelheid te laten houden, vooral binnen de bebouwde kom en op provinciale wegen. Automobilisten houden zich hier slecht aan de snelheidslimieten. Veertig tot zestig procent van de automobilisten rijdt zelfs regelmatig te hard. Minister Van Nieuwenhuizen: “Te hard rijden is een belangrijke oorzaak van verkeersongelukken, waarbij ook dode- lijke slachtoffers vallen. Ieder ongeluk is er een te veel. Voorkom daarom dat je te hard rijdt, check regelmatig je snelheid.” Een derde van alle dodelijke verkeers- ongevallen wordt mede veroorzaakt door te snel rijden, naar schatting van het Instituut voor Wetenschappelijk On- derzoek Verkeersveiligheid (SWOV). De campagne richt zich vooral op automo- bilisten die 10 tot 15 kilometer te hard rijden. Zulke kleine overschrijdingen kunnen grote gevolgen hebben, zeker binnen de bebouwde kom. Op 30, 50 en 60 kmwegen vindt de meeste inter- actie plaats tussen automobilisten en kwetsbare verkeersdeelnemers en zijn de gevaren het grootst. LANGERE REMWEG Bij een hogere snelheid is de remweg langer, de reactietijd korter en een bot- sing harder. Bij 40 km per uur bijvoor- beeld is de remweg van een auto ruim 6 meter langer dan bij 30 km/uur. Op een natte weg is het nog 2 meter meer. Daarnaast raadt de campagne automo- bilisten ook aan om langzamer te rijden als de situatie daarom vraagt, zoals in de omgeving van een school, bij drukte of bij slecht weer. Mensen rijden vaak onbewust te hard. Naast gemeenten, provincies en het ministerie dragen ook andere partijen bij aan de campagne. Veilig Verkeer Ne- derland (VVN) biedt bewoners middelen aan om in eigen buurt campagne te voeren en heeft een online kennisquiz. Team Alert richt zich op jonge onerva- ren verkeersdeelnemers. Beeld: Rijkswaterstaat. Een circulair viaduct, is dat haalbaar? Die vraag heeft Rijkswaterstaat neergelegd in de zogeheten Strategic Business Innovation Research (SBIR), waar 32 partijen aanvankelijk gehoor aan gaven. Recentelijk zijn drie consortia geselecteerd die een prototype circulair viaduct mogen realiseren. Tien consortia hebben op 16 maart 2021 de haalbaarheidsonderzoeken afgerond. De resultaten van de haalbaarheidsonderzoe- ken zijn door de consortia op 24 maart 2021 gepresenteerd aan diverse projecten van Rijkswaterstaat in een kennisdeelsessie. De onafhankelijke beoordelingscommissie heeft op 23 april 2021 de namen bekend gemaakt van de drie consortia die zijn geselecteerd voor de fase van het prototype. De consortia die een prototype circulair viaduct mogen ontwikkelen zijn: • ViCi – modulaire boogconstructie, terug- winbare onderbouw • Nebest - Closing the loop • Royal HaskoningDHV – Hergebruik Pre- fabliggers KIEZEN UIT 10 OPLOSSINGSRICHTINGEN De onafhankelijke beoordelingscommissie bestaat uit: Andrea Chao (Advocaat, Sim- mons & Simmons), Mark Huijbregts (Hoog- leraar Integrale Milieu-analyse, Radboud Universiteit Nijmegen), Harald Versteeg (Transitiemanager, de Bouwcampus), Robert de Roos (Topadviseur Techniek, Rijkswater- staat), Nils de Witte (Lecturer Strategy and Entrepeneurship, Hogeschool Utrecht) en Frederieke Knopperts (Programmamanager Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur, Rijkswaterstaat). De commissie stond voor de uitdaging tien voorstellen te selecteren die doorgaan naar de fase van het Prototype. Ze zijn geselecteerd op drie criteria: (techni- sche) haalbaarheid, economisch perspectief en impact van de oplossing. In mei 2021 vond de startbijeenkomst met de drie geselecteerde consortia plaats. Rijkswaterstaat zal in nauwe samenwerking met de consortia te werk gaan om tot een prototype circulair viaduct te komen. Tijdens dit co-creatietraject zal de kenniscommunity van de Open Leeromgeving centraal blijven staan om het ontwerpen van circulaire viaducten verder te ontwikkelen. Hierin wis- selen marktpartijen, overheden en kennisin- stellingen kennis en ervaringen uit over het circulair bouwen van viaducten en bruggen. UNIEKE SAMENWERKING Binnen de SBIR Circulaire Viaducten staat de transitie naar circulair bouwen voorop, niet het individuele project. Opdrachtnemer en opdrachtgever hebben op een unieke manier samengewerkt. De kenniscommunity van de Open Leeromgeving staat in het hele traject centraal. Het streven is om zo veel mogelijk op basis van Open source informatie te delen. Consortia zijn dan ook hoger beoordeeld bij het verstrekken van een open licentie. DE INVLOED OP CIRCULAIR DENKEN Dat de impact van SBIR van grote beteke- nis is beaamt commissielid Andrea Chao: “Rijkswaterstaat handelt als een launching customer voor circulaire viaducten via het organiseren van deze SBIR én beïnvloedt de ontwikkeling van circulair denken tot ver buiten de grenzen van de infrasector. De impact van deze SBIR is niet te overschat- ten: deze SBIR heeft zonder meer deze tien deelnemers een boost gegeven om hun innovaties verder te ontwikkelen. Ik heb er alle vertrouwen in dat de partijen die niet zijn geselecteerd, hun ambities niet laten temperen. De achterliggende gedachtes en creativiteit bij deze innovaties kunnen ook toepasbaar zijn buiten het areaal van Rijkswaterstaat en in sommige gevallen zelfs buiten de infrasector.” “Denk daarbij vooral aan uiterst innovatieve marktbenaderingen, out-of-the box kijken naar uitdagingen en discipline-overstijgend samenwerken. Zonder meer zal deze crea- tiviteit andere partijen inspireren die willen bijdragen aan een circulair economie. Het is daarommooi om te zien dat de deelnemers aan de SBIR aandacht vragen voor hun ontwikkelingen via (social) media. Ik roep hen op dat vooral te blijven doen, en daarmee het dialoog binnen én buiten hun eigen werk- gebied te blijven zoeken. Mijn verwachting is dan ook dat deze SBIR tot een behoorlijk sneeuwbaleffect zal leiden, tot buiten de infrasector.’ BENUTTEN VAN ALLE VOORSTELLEN In de SBIR Circulaire Viaducten is een investeringsbudget beschikbaar voor drie te realiseren prototypes. De ambitie van Rijkswaterstaat gaat echter verder dan de prototypes binnen de SBIR. Ook de zeven andere consortia die een haalbaarheidson- derzoek hebben gedaan: Arcadis Nederland Consortium Vici, Heijmans Infra, Max Bogl Nederland, Mobilis, BESIX, Nebest, Royal Haskoning DHV, Studio RAP enWitteveen- +Bos Raadgevende Ingenieurs BV, hebben interessante voorstellen ingediend die een bijdrage leveren aan de transitie naar circu- lair werken. Om de kennis en expertise van alle overige aanbiedingen die binnen de SBIR zijn inge- diend te benutten en door te ontwikkelen wordt binnen het transitiepad kunstwerken aan een programma gewerkt ommet de ge- hele keten het circulariteitsvraagstuk verder aan te vliegen. Het revolutionaire ontwerp van het voor de SBIR-oproep opgerichte consortium Heijmans, Arup en Schaffitzel heet ‘Bridges of Laminated Timber’, afgekort: BoLT. Met het gezamenlijke ontwerp wordt de houttransitie in de bouw ook naar de grond-, weg- en waterbouw gebracht. In landen om ons heen worden vaker viaducten met een hout-beton-composieten bovenbouw toegepast. BoLT gaat nog een stap verder met een volledig houten bovenbouw. Door slim te ontwerpen, het hout volledig te beschermen tegen water en rekening te houden met overige toekomstige regels van de Eurocode voor Houten Bruggen, is een theoretische levensduur van honderd jaar zeker haalbaar. Helaas eindigde dit voorstel niet bij de laatste drie. Foto: Mark Rupena.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=