GWW-Totaal 2 - 2022

PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 38 Bijenstichting gaat samenwerken met Stichting Steenbreek Foto: Beeldbank Floriade. De Bijenstichting gaat samenwerken met Stichting Steenbreek om samen de bedreigde solitaire (wilde) bij te behouden. In Nederland wordt 55 procent van de bijensoorten bedreigd. De Bijenstichting hoopt met de samenwerking het onderwerp nog meer bij lokale overheden onder de aandacht te brengen. Jaap Molenaar, directeur van de Bijenstichting, zegt over de samenwerking: “De doelstellingen van beide organisaties sluiten mooi op elkaar aan. Stichting Steenbreek houdt zich bezig met biodiversiteit, dat is veel breder dan alleen maar bijen. Maar vergroening van de stedelijke omgeving komt ook ten goede aan de bijen.” De Bijenstichting bestaat sinds 2009 en richt zich op het wegnemen van bedreigingen voor de gezondheid en het voortbestaan van bijen en bijensoorten. Zo zet de stichting zich in voor een verbod op schadelijke bestrijdingsmiddelen, stimulering van de verspreiding van drachtplanten en verbetering van het leefmilieu. De Bijenstichting ondersteunt initiatieven van met name burgers en organisaties die dezelfde doelen nastreven. ZORGELIJKE SITUATIE Molenaar: “Steenbreek heeft veel contacten met gemeenten en gemeentelijke organisaties. Wij hopen gebruik te kunnen maken van die bredere aanpak om het belang van voedsel voor bijen nog meer bij de lokale overheden onder de aandacht te brengen. Gemeenten hebben al meer aandacht voor groenvoorziening en het leefmilieu, maar het kan nog beter. Het gaat nog steeds niet goed met de wilde bijen, de situatie is heel zorgelijk.” Wout Veldstra, voorzitter van Stichting Steenbreek, is blij met de samenwerking die eigenlijk niet kon uitblijven: “Wat de bijen betreft is het alle hens aan dek. Wij zijn als stichting die zich bezighoudt met biodiversiteit in het algemeen, wel bijna verplicht om samen te werken. Onze doelstellingen sluiten mooi op elkaar aan.” Inmiddels werken beide organisaties aan de eerste gezamenlijke actie, Maai Mei Niet, om tuinbezitters ertoe te bewegen hun gras te laten groeien. Meer groen een tweede leven geven Fors tekort aan openbaar groen in grote gemeentes Heijmans en Stichting Struikroven intensiveren hun samenwerking om planten, struiken en bomen een tweede leven te geven, in nieuwe tuinen of als openbaar groen. Door samen vaker te Struikroven en te investeren in een ‘Struikroven Academy’, werken we volgens de partijen aan versterking van de natuur en maken we woonwijken klimaatbestendiger. Circulair, natuurinclusief en klimaatadaptief bouwen komen hierdoor samen. Wat in 2008 begon als een buurtinitiatief, is in een paar jaar tijd uitgegroeid tot een landelijk opererende stichting. Deze redt groen van bouwlocaties en uit te renoveren woonwijken om ze een tweede leven te geven elders in de buurt. Stichting Struikroven doet dit in opdracht van woningcoöperaties, projectontwikkelaars of gemeentes en in samenwerking met buurtbewoners en andere vrijwilligers. De Struikrovers gaan steeds professioneler te werk. Groen- en boomspecialisten lopen bijvoorbeeld tijdens een ‘rooftocht’ mee en planten worden opgeslagen om bij de oplevering van nieuwe woningen een geschikte plek te krijgen. De Struikroven Academy wil in heel Nederland Struikrovers opleiden, die in hun eigen regio Struikroofacties organiseren. BEHOUD ‘OUD GROEN’! “Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat er veel groen verloren gaat door de renovatie of nieuwbouw van woningen. Struikroven zou een vast onderdeel moeten zijn van elk sloop-, nieuwbouw of renovatieproces in Nederland. Het liefst zou ik zien dat het wordt vastgelegd in regelgeving en procedures”, zegt Bernice Kamphuis, oprichter van Stichting Struikroven. “Door de intensievere samenwerking en financiële steun van Heijmans kunnen wij onze impact aanzienlijk vergroten; zoveel mogelijk waardevol groen behouden. Struikroven is goed voor natuur en mens.” “Waarom zou je het zogenoemde ‘sloopgroen’ niet hergebruiken, zoals wij dat met bouwmaterialen al steeds vaker doen?”, stelt Harwil de Jonge, als directeur binnen Heijmans verantwoordelijk voor het aanjagen van natuurinclusief bouwen. “Wij willen verder gaan dan bijvoorbeeld het gebruik van speciale bouwblokken voor gierzwaluwen en nestelplekken voor vogels, insecten en vleermuizen. Wij hebben daarom dit initiatief omarmd en willen in toekomstige gebiedsontwikkelingen meer struikroofacties opzetten.” De Jonge: “De planten, struiken en bomen die op bouwterreinen en in tuinen van te renoveren woonwijken staan, hebben een grote natuurwaarde. Als we op grote schaal kunnen voorkomen dat dergelijk groen op de composthoop belandt en in plaats daarvan nieuwe woonwijken vanaf het begin een grotere natuurwaarde geven, maken we een enorm verschil op het gebied van biodiversiteit en klimaatbestendigheid.” Recent heeft Heijmans samenwerkingen gestart met Staatsbosbeheer en Naturalis Biodiversity Center. Samen wordt gekeken naar optimale verbindingen tussen natuurgebieden en gebouwde omgeving voor mens en dier, en naar het effect van natuurinclusieve bouwtoepassingen. Uit onderzoek van milieuorganisatie Natuur & Milieu blijkt dat gemeentes veel te weinig ruimte maken voor groen in de openbare ruimte. Meer dan de helft van de buurten in deze steden is ‘versteend’. Hoewel er de laatste jaren steeds meer aandacht is voor het belang van voldoende groen in de stad, delft ook in nieuwbouwijken groen vaak het onderspit. Dit is slecht nieuws voor de leefbaarheid van steden, en gaat ten koste van de biodiversiteit. Natuur & Milieu wil daarom dat de overheid groennormen gaat invoeren om verdere verstening van gemeentes tegen te gaan. “Nederland versteent steeds verder. Met als gevolg straten die na een heftige regenbui uren blank staan, en hittestress in steden. Verstening is bovendien één van de belangrijkste oorzaken voor de achteruitgang van vogels en insecten”, aldus Rob van Tilburg, directeur Programma’s bij Natuur &Milieu. Hoewel beleidsmakers de mond vol hebben van het belang van groen, zien we volgens hem in de praktijk toch vooral een volgend stenen tijdperk naderen: “Dat wil niemand, vandaar ons pleidooi aan de overheid. Maak groennormen wettelijk verplicht voor alle nieuwbouw en stadsvernieuwing. Zodat alle wijken die we de komende jaren gaan bouwen natuurrijk en klimaatbestendig zijn.” VERSTEEND Natuur &Milieu gebruikt twee criteria om de verstening van buurten te onderzoeken. Het eerste criterium is de beschikbaarheid van minstens 75 m2 groen per woning, waarbij alles wat niet versteend is wordt meegeteld als groen (zoals parken, grasvelden, bermen en water). In de Nota Ruimte (2004) noemt de rijksoverheid dit criterium de minimale ondergrens. Het tweede criterium is een advies van de Wereldgezondheidsorganisatie en gaat over de aanwezigheid van tenminste één hectare aaneengesloten groen per buurt. Voor biodiversiteit, ontspanning en welzijn van mensen moet het groen namelijk niet te versnipperd zijn. Voor beide criteria geldt dat ze een gewenste richting aangeven, maar niet wettelijk verplicht zijn voor gemeentes of projectontwikkelaars. BUURTEN VAN BETON Uit het onderzoek blijkt dat in de 32 grootste gemeentes van ons land (100.000 inwoners of meer) 53%van de buurten niet voldoet aan het criteriumvan 75m2 groen per woning. In deze buurtenwonen in totaal 3,5miljoenmensen. Bij één op de tien buurten is er geen aaneengesloten stuk groen vanminimaal één hectare te vinden. De verschillen tussen gemeentes zijn groot: inHaarlem,Westland, Amsterdam, Delft en Tilburg zijn demeest versteende buurten te vinden. De gemeentes Emmen, Almere en Haarlemmermeer hebben naar verhouding het laagste aantal versteende buurten. In demeest versteende buurten is er per woning slecht nul tot tweem2 groen aanwezig. Van de vier grootste gemeentes hebben RotterdamenUtrecht naar verhoudingminder versteende buurten danDenHaag enAmsterdam. Uit het onderzoek blijkt verder dat wijken gebouwd na het jaar 2010 (nieuwbouw) weliswaar beter scoren op groen dan de oudere wijken, maar dat bij een derde van de nieuwbouwbuurten het criteriumvan 75m2 ook niet wordt gehaald. WONINGBOUWOPGAVE Natuur vecht zich niet zomaar terug in de openbare ruimte, daarvoor is wetgeving nodig, stelt Natuur &Milieu. De nieuwe Omgevingswet – die volgens de meest recente berichten op 1 januari 2023 in werking moet treden - is daarvoor een uitgelezen kans. “Daar moet een landelijke verplichting in komen tot natuurinclusief bouwen die van toepassing is op nieuwbouw en stadsvernieuwing. De nieuwe minister vanWonen, Hugo de Jonge, zou hiervoor een voorstel moeten doen. Op korte termijn moet dat gebeuren, gezien het grote aantal bouwprojecten dat de komende jaren plaats moet vinden”, aldus de organisatie. Vorig jaar publiceerde Natuur &Milieu samen met een brede coalitie van banken, projectontwikkelaars, gemeentes en bouwers het manifest Bouwen voor Natuur. Ook daarin wordt namens de sector gepleit voor nationale verplichte groennormen voor de bouw en stedelijke ontwikkeling.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=