GWW-Totaal 6 - 2022

37 NUMMER 6 / OKTOBER 2022 GROEN Nationale groennorm helpt vergroening versnellen Rijswijk, groenste stad van Nederland. Foto: Gemeente Rijswijk. Er wordt veel gepraat over het vergroenen van de leefomgeving. “Toch wonen nog bijna vier miljoen Nederlanders in buurten met schrikbarend weinig groen”, aldus tv-tuinman Lodewijk Hoekstra en adviseur stedelijk groen, Joeri Meliefste. Namens de Groene Stad Challenge roepen zij overheden op het tempo en de schaal van de vergroening op te voeren en een duidelijke groennorm te hanteren. “Juist in wijken waar groen het hardst nodig is, vind je nu vaak de meeste verstening. Een nationale groennorm voor gemeenten kan daar verandering in brengen.” TEKST: JOERI MELIEFSTE (SWECO) EN LODEWIJK HOEKSTRA (NL GREENLABEL) BEELD: GROENE STAD CHALLENGE Wie het nieuws en sociale media een beetje volgt krijgt de indruk dat heel Nederland aan het vergroenen is. Overal zijn gemeenten druk met het wippen van tegels, het vergroenen van schoolpleinen en de aanleg van tiny forests. Dankzij organisaties als Stichting Steenbreek, IVN en mediagenieke campagnes zoals het NK Tegelwippen krijgen vergroeningsprojecten veel aandacht. Zo hebben we dit jaar weer kunnen ervaren dat bomen en parken voor noodzakelijke koelte zorgen tijdens hittegolven en dat ze helpen met het opvangen van water tijdens piekbuien. Maar groen doet nog veel meer: het filtert vervuilde lucht, dempt lawaai van verkeer en industrie en bevordert het welzijn en de gezondheid van de bewoners. De wetenschap toont aan dat mensen in groene wijken meer bewegen, meer sociale contacten hebben en positiever in het leven staan. Bovendien kan de achteruitgang van de biodiversiteit een halt worden toegeroepen door meer groen aan te leggen, ook in steden en dorpen. Kortom: bomen, struiken en andere vormen van beplanting zijn onontbeerlijk om onze steden en dorpen leefbaar, gezond en klimaatbestendig te maken en houden. ONDER DE ‘GROENE ARMOEDEGRENS’ Het beeld dat Nederland in rap tempo aan het vergroenen is klopt helaas niet met de realiteit, zo blijkt uit onderzoek dat wij in het kader van de Groene Stad Challenge hebben gedaan. Voor deze challenge, die we in 2021 voor het eerst organiseerden, hebben we het groen in 104 gemeenten nauwkeurig in kaart gebracht. Wat valt op? Er is best wel wat groen te vinden in de wijken, maar het is vooral erg slecht verdeeld. Vooral in de oude stadswijken, waar de mensen dicht op elkaar wonen, zijn nauwelijks bomen, struiken of gras te vinden. Zelfs in dorpen troffen we buurten aan waar groen - zowel openbaar als particulier - vrijwel ontbreekt. De richtlijn van 75 m2 groen per woning, die de overheid hanteert in de Nota Ruimte uit 2004, wordt vaak niet gehaald. Natuur & Milieu komt op basis van eigen onderzoek tot dezelfde constatering. Als we de analyse van de Groene Stad Challenge doorvertalen naar heel Nederland, dan is de conclusie dat bijna vier miljoen Nederlanders verstoken blijven van de positieve effecten van groen in de leefomgeving. Deze mensen wonen in buurten met minder dan 30 m2 openbaar groen per inwoner. Stel dat we deze 30 m2 per bewoner als ondergrens zouden hanteren, dan leeft dus bijna 23% van Nederland, oftewel 4 miljoen Nederlanders, onder de ‘groene armoedegrens’! GROEN KRIJGT ONVOLDOENDE PRIORITEIT Hoe kan het dat, ondanks de goede voornemens en sympathieke acties, in de meeste buurten nog steeds tegels en asfalt overheersen? Veel zal te maken hebben met budgettaire afwegingen en keuzes. Groen was zeker geen prioriteit in het verleden en het lijkt ook nu nog onvoldoende prioriteit te krijgen. Maar bestuurders die schrikken van de kosten voor groen vergeten de vele baten op korte en langere termijn mee te nemen. Méér groen betekent namelijk ook: minder kosten voor zaken als klimaatadaptatie, volksgezondheid, criminaliteitsbestrijding en biodiversiteitsherstel, ommaar wat te noemen. In een wetenschappelijk onderbouwde whitepaper, die Sweco in oktober 2022 publiceerde, worden de baten van vergroening op het gebied van gezondheid en welzijn verder uitgewerkt. De conclusie: baten van groen zijn heel groot, terwijl stenen niets bijdragen en eerder juist problemen veroorzaken (wateroverlast, hittestress, et cetera). Een andere oorzaak voor de grote verschillen in aandeel groen per buurt heeft te maken met het ontbreken van een landelijke richtlijn die voorschrijft hoeveel groen er minimaal in een buurt zou moeten zijn. Voor een land waar alles in regels, richtlijnen en protocollen is vastgeklonken is het best vreemd dat er geen harde norm bestaat voor de minimale hoeveelheid groen in een buurt of wijk. Het gevolg is dat groen geen prioriteit heeft en gemeenten ook vaak geen duidelijk beeld hebben hoe hun wijken er qua aandeel groen voor staan. Gelukkig is dit laatste via de analyses van de Groene Stad Challenge wel inzichtelijk gemaakt voor nu al 104 gemeenten. ZORG VOOR NATIONALE GROENNORM Om een eind te maken aan groenarmoede en gemeentebesturen te stimuleren om te investeren in groen roepen we de Rijksoverheid op om een Nationale Groennorm in te stellen. Met een landelijke meetlat die voorschrijft hoeveel groen iedere inwoner tenminste tot zijn beschikking moet hebben in zijn of haar leefomgeving, wordt in één klap duidelijk in welke buurten/wijken meer gedaan moet worden om de verstening aan te pakken. Op basis van de cijfers (uit 2021) van de Groene Stad Challenge weten we dat gemiddeld elke inwoner toegang heeft tot 50m2 openbaar groen. Dat lijkt ons een heldere en haalbare normwaar iedere gemeente mee aan de slag kan. Een goede en kwalitatieve invulling van die norm is de 3-30-300-regel van hoogleraar Cecil Konijnendijk van den Bosch. Zijn voorstel: iedereen moet vanuit zijn woning tenminste drie bomen kunnen zien, 30% van de oppervlakte in elke wijk moet onder een bladerdak schuil gaan en iedereen moet binnen 300meter vanaf zijn woning toegang hebben tot een groene ruimte van minimaal 1 hectare. Er zijn natuurlijk meerdere kwalitatieve invullingen van zo’n normmogelijk, laten we daar met elkaar over nadenken. Maar begin in ieder geval met stellen van een duidelijke en meetbare kwantitatieve landelijke norm. ER IS VOLOP VERGROENINGSPOTENTIEEL! Is er in ons volle landje dan wel plek in voor meer groen in de wijken? Nou en of! Uit onze analyse blijkt namelijk dat er nog ruim 5,7 miljoen m2 zinloze verharding voor het oprapen ligt. Als we al die tegels en klinkers vervangen voor groen dan komt er in één klap ruim 812 voetbalvelden aan stadsnatuur bij. Dat is nog eens een vergroeningspotentieel! En dit is maar één van de vele vergroeningspotenties die voor het oprapen liggen. Dus kom op overheid, zorg dat die norm er komt! En gemeenten, wacht niet af maar ga er zelf mee aan de slag, juist in de wijken/ buurten waar weinig groen is! Zo bestrijden we groenarmoede en zorgen we ervoor dat iedereen profiteert van de vele positieve effecten van groen in zijn leefomgeving. De tijd van praten over vergroenen is voorbij, het is tijd voor actie! Meer weten over de Groene Stad Challenge? Kijk op www.groenestadchallenge.nl. Lodewijk Hoekstra (links) en Joeri Meliefste (rechts) overhandigen de trofeeën voor gemeente met de ‘hoogste bomendichtheid’ en het groenste dorp (Huis ter Heide) aan wethouder Wouter Catsburg (gemeente Zeist).

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=