GWW-Totaal 2 - 2023

23 NUMMER 2 / MAART 2023 WATER IN DE STAD / KWALITEITSBORGING Opleveringsaudit neemt twijfel weg SEB OPLEVERAUDITS EN REGULIERE AUDITS SEB voert opleveringsaudits uit op verzoek van zowel opdrachtgevers als aannemers. De audits zijn onafhankelijk en dus ook niet gebonden aan het deelnemen aan de Erkenningsregeling van de SEB. Naast deze opleveringsaudits doet de SEB ook jaarlijkse audits bij de eigen deelnemers, om daarmee de kwaliteit van deze bedrijven te waarborgen. Daarbij worden recent opgeleverde werken beoordeeld aan de hand van een groot aantal technische aspecten. AUDIT NU MET EXACTE LOCATIE Voor deze opleveringsaudit heeft Henk Tuenter van de SEB gebruik gemaakt van een nieuw digitaal hulpmiddel. Daarin worden verbeterpunten direct aan een locatie gekoppeld, zodat de opdrachtgever van de audit ze heel snel terug kan vinden. Het auditprogramma dat de SEB gebruikt, bleek in de praktijk zeer geschikt voor de jaarlijkse audits van deelnemende bedrijven, maar iets minder geschikt voor opleveringsaudits. Bij de jaarlijkse audits van deelnemers gaat het vooral om de algemene indrukken van de kwaliteit van het straatwerk. Daarvoor werkt het programma met vragenlijsten over technische aspecten. Zo kan bijvoorbeeld worden aangegeven of er bij putten of banden over het algemeen wel of niet voldoende klik is. Bij een opleveraudit wil de opdrachtgever graag exact weten waar iets niet helemaal goed is gegaan. In het nieuwe systeem (Snagstream https://www.pro4all.nl/ snagstream/) waar Tuenter mee experimenteerde, kan de auditor een kaart van het werk digitaal laden en vervolgens op elke locatie op die kaart opmerkingen maken. Per locatie is een menuutje aan te maken waarop verbeterpunten kunnen worden aangegeven. De bedoeling is dat de SEB dit hulpmiddel nu voor alle opleveraudits gaan gebruiken. Vlakheidsbeoordeling straatvak in Doetinchem. Sommige opdrachtgevers vragen standaard om een opleveringsaudit. Maar het gebeurt ook geregeld dat er bij de Stichting Erkenning voor het Bestratingsbedrijf (SEB) als onafhankelijk instituut een audit wordt aangevraagd als er twijfel is over de kwaliteit van het werk. SEB-auditor Henk Tuenter werd gevraagd een werk in Doetinchem te beoordelen: “Het werd uiteindelijk een zesje. Daarvoor ga je het werk niet weer helemaal opbreken.” TEKST EN BEELD: SEB RIJBAAN Het project in Doetinchem bestond uit meerdere onderdelen, waaronder een rijbaan. “Maar de rijbaan kon ik niet zo maar beoordelen zonder dat er verkeersregelaars bij waren. Daar was veel te veel verkeer. Toen ik meldde bij de Gemeente Doetinchem dat ik die niet had kunnen beoordelen, gaven ze aan dat die juist belangrijk was omdat daar de discussie over ging.” Met verkeersregelaars erbij voerde Tuenter alsnog de controle op de rijbaan uit. Hij beoordeelde die onder meer op vlakheid, waar de twijfel over was ontstaan. “De rijbaan delen we in de lengterichting op in vlakken van 15 meter. Daarbinnen meten we zowel de kruin als de beide wangen. Onder een rei van 3 meter mag een maximale afwijking zitten van 5 mm.” DERTIG MEETPUNTEN “In dit geval hadden we dertig meetpunten. Daarvan bleken er twaalf af te wijken, waaronder enkele met een flinke afwijking. Uiteindelijk was de beoordeling dat meer dan de helft goed was, dat bij een kwart de overschrijding van de afwijking beperkt bleef tot één of twee millimeter en dat een kwart een afwijking had van bijna 10 millimeter. Dat leverde uiteindelijk een zesje op. Daar ga je het werk dan niet meer helemaal voor opbreken.” Wat niet in de audit zit, is het zoeken van een oorzaak. “Achteraf kun je dat niet meer zien. Dat kun je alleen constateren met toezicht tijdens het werk.” Niettemin heeft Tuenter wel ideeën over de oorzaak. “Ik heb begrepen dat hier een afreibalk gebruikt is en dat een puinfundering is toegepast. Als de vlakheid dan niet goed is, zijn er meestal twee mogelijke oorzaken. Eén daarvan is onjuist gebruik van de afreibalk. Dan wordt die zo ver leeg gedraaid dat er bijna geen zand meer voor zit en pas daarna weer gevuld. Een tweede mogelijke oorzaak is dat op sommige plekken de straat-laag te dik is. Dan kan deze niet meer goed verdicht worden en gaat die nazakken.” AANDACHTSPUNTEN Dat de vlakheid van een werk niet voldoende is, komt Tuenter overigens niet heel vaak meer tegen bij zijn audits. “Tegenwoordig wordt er meestal mechanisch afgereid, waarbij de balk over de banden loopt. Dan kan het bijna niet meer fout gaan.” Wat hij wel geregeld ziet is te weinig klik (aangebrachte overhoogte ter compensatie van zetting, red.) bij putten en opsluitbanden. Ook het afschot van gootlagen is nog wel eens onvoldoende. Een ander aandachtspunt is verzakken van de bestrating rondom kolken. “Meestal kan het bestratingsbedrijf daar weinig aan doen. Dat gaat al mis bij het plaatsen van de kolken. Het bedrijf dat de kolken plaatst moet er voor zorgen dat het zand direct daaromheen voldoende wordt verdicht. Anders gaat het nazakken en zakt dus ook de bovenliggende bestrating.” Twijfel over de kwaliteit komt vaak naar voren op het moment dat een werk is opgeleverd en intern wordt overgedragen naar de afdeling beheer van de gemeente. Die afdeling kijkt anders naar het opgeleverde werk en accepteert het niet altijd zonder meer. In dat geval kan een onafhankelijke beoordeling uitkomst bieden. De SEB vervult met zijn opleveringsaudits die rol van onafhankelijke derde. Henk Tuenter is één van de auditors van de SEB. Deze auditoren zijn stuk voor stuk mensen met ruime ervaring in de elementenverharding en alles wat daar bij komt kijken. Ze gaan bij een dergelijke audit volstrekt onafhankelijk en zelfstandig te werk. Zowel opdrachtgever als aannemer zijn niet aanwezig bij de audit. En de auditor weet bij voorkeur ook niet waar eventuele discussiepunten zitten.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=