GWW-Totaal 3 - 2023

PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 44 MILIEU-EISEN BIJ AANBESTEDINGEN LEIDEN TOT MERKWAARDIG THEATERSTUKJES Groen is doen Met zeventien bedrijven en ruim 750 medewerkers is de ReintenInfra Groep een grote mkb-speler in de sloop-, recycling- en gww-markt. Dat schept verantwoordelijkheden richting medewerkers, samenleving en milieu. Om dat beleid vorm te geven zijn volgens algemeen directeur Herman Reinten en diens ‘duurzaamheidswaakhond’ Maurice Beijk de beginselen van het rentmeesterschap en het Twents/ Achterhoekse naoberschap probate instrumenten. Dat houdt onder meer in dat je kritisch bent op wat mogelijk is en wat niet. En dat je schijnvertoningen bij aanbestedingen ontmaskert. TEKST: ARIE GREVERS BEELD: REINTENINFRA “Ik doe het niet.” Met deze woorden oogstte Herman Reinten, algemeen directeur van de ReintenInfra Groep, onlangs veel bijval van Cumela-leden. De branchevereniging voor ondernemers in groen, grond en infra waarmee MKB INFRA vaak gezamenlijk optrekt, hield haar ledenvergadering in het Breeam-outstanding bedrijfsgebouw van ReintenInfra in Borne, Overijssel. Aanvankelijk was hiervoor de ontvangstruimte gereserveerd, maar die bleek al snel te klein. Maar liefst 150 leden hadden zich aangemeld, ongeveer driemaal het gebruikelijke aantal. De hoge opkomst is te verklaren door nieuwsgierigheid bij de ondernemers naar het duurzaamheidsbeleid ‘Groen is Doen’ van de onderneming, dat onder meer gestalte heeft gekregen in het nieuwe bedrijfsgebouw. De ontvangstruimte bleek aan de krappe kant en in allerijl werd de werkplaats ‘vergaderklaar’ ingericht met extra bierbanksetjes en daar sprak Herman zijn woorden bij wijze van ontvangsttoespraak. NEKSLAG Maar wat doet Herman Reinten niet? Herman: “De overheid legt ons doelstellingen op, waaraan we niet kunnen voldoen. En dat gaat onherroepelijk wringen. Het is geen onwil, want dat is wel het laatste wat je ons kunt verwijten. Met de bouw van ons kantoor en bedrijfsruimten en onze groene bijdrage in het bouwteams van de projecten die we uitvoeren, tonen we aan dat we voorloper willen zijn op het gebied van duurzaamheid. Maar een te snelle vervanging van het materieel op diesel door elektrisch aangedreven bouw- en transportmaterieel betekent de nekslag voor veel ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Ze blazen hun balansen op, doordat het elektrisch materieel enorm veel duurder is. Daar komt overigens nog eens bij dat het zware werk, de 30-tonners en de vier- of vijfwiel aangedreven vrachtauto’s, gewoon niet elektrisch te leveren zijn. Hoe wil je dan zonder uitstoot binnenstedelijke gebieden bevoorraden? Moeten we het zand met de zware vrachtauto’s naar de randen van de stad brengen, daar lossen. Vervolgens kleine elektrische voertuigen beladen om het zand op de werklocatie te krijgen. Dat wordt een onbetaalbaar verhaal.” HUREN? Is huren van materieel een goed alternatief? Herman: “Dan leg je het probleem op het bordje van de verhuurder. Dus daar schiet je onder de streep niks mee op. Ook zie ik het huren van een vijfasser niet voor me. Als je er telkens een andere chauffeur op zet, heb je binnen de kortste keren een hoop schade. Regelmatige reparatierekeningen van 20.000 euro zijn dan heel normaal. Verder heeft ons soort bedrijven nu eenmaal veel machines in eigen beheer. Onze machinisten en chauffeurs kennen de machines en vrachtwagens. Ze zijn er heel zuinig op, zorgen ervoor dat ze er altijd spic en span mee voor de dag komen en zien toe op regelmatige onderhoudsbeurten in onze eigen garage. Met eigen materieel kun je gewoon een beter product maken.” THEATERSTUKJES Is duurzaamheid af te dwingen via eisen bij aanbestedingen? “De duurzaamheidseisen in de uitvragen van aanbestedingen leidt vooral tot quasi duurzaam gedrag”, vinden Herman Reinten en Rentmeester2050, Maurice Beijk. Maurice: “Je ziet wel eens een collega pronken met een elektrische wals. Dat haalt dan het Journaal en de Telegraaf, omdat het lekker spectaculair is. Het is mooi voor de bühne, maar daar ga je geen werken mee uitvoeren. Het ombouwen kost een vermogen en dat heb je met veel subsidie kunnen betalen. Onder de streep stoot je 40 ton minder CO2 uit. Wij hebben hier een parkeerterrein aangelegd. De klinkers zijn tweedehands en de Stelcon-platen komen van een fietspad in een Natura 2000-gebied dat vervangen moest worden. Daardoor hebben we 240 ton CO2-uitstoot kunnen besparen. Je stuurt dan een persbericht de wereld in, maar geen draaiende camera’s bij ons voor de deur. Beelden van een parkeerplaats voor zwaar materieel zijn namelijk niet spectaculair genoeg.” Herman: “Ook wij doen wel eens wat voor de bühne, omdat het goed aankomt op aanbestedingen. Kijk, een trilplaat en een Wacker stamper op diesel zijn nauwelijks milieubelastend. De uitstoot van deze apparaten is zo goed als te verwaarlozen. Je levert dus geen noemenswaardige bijdrage aan uitstootvermindering als je ze vervangt door elektrische varianten. Toch kun je er punten mee scoren bij aanbestedingen. Maar het is laaghangend CO2-fruit, niet meer dan een beetje greenwashing. Welbeschouwd leiden de CO2-eisen bij aanbestedingen tot merkwaardige theaterstukjes. We doen eraan mee, omdat ernaar gevraagd wordt. Maar daar gaat het ons niet om.” UITDRAGEN VAN VISIE EN ROUTEKAART Waar gaat het dan wel om? Herman: “Wij vinden werkelijk dat het anders moet, maar wel op een manier waardoor de kans van slagen zo groot mogelijk is. Wij willen dat al onze medewerkers onze Groen-is-Doen-beleid begrijpen, toepassen en uitdragen. Op die koers zijn onze investeringen gericht en is onze Rentmeester 2050, op pad. Dat doet hij niet alleen voor ons, maar voor de hele branche. Hij draagt op enthousiasmerende wijze onze visie uit door lezingen te geven – soms wel elf per week – bij opdrachtgevers, collega’s, onze eigen bedrijven en bij iedereen die serieus aan verandering wil werken.” “We zijn kritisch – als gezegd – op de manier waarop de overheid de duurzaamheidsdoelen wil verwezenlijken. Deadlines lopen dood op frustratie bij opdrachtgevende overheid en marktpartijen en dan ben je nog verder van huis. Wij geloven veel meer in een routekaart die overheid en marktpartijen gezamenlijk vaststellen. Dat is een tool waarmee je effectief duurzaamheidsdoelen kunt bereiken. Gewoon aftasten wat haalbaar is. Producenten verwachten dat zij – de een sneller dan de ander – tegen 2029 zover zijn dat ze een fabrieksklare oplossing hebben voor het zwaardere emissieloze materieel. Tot die tijd zullen bedrijven in onze sector diesel aangedreven machines kopen. Rekening houdend met een levensduur van zeven/acht jaren zou dat kunnen betekenen dat we medio jaren dertig een heel eind gevorderd zijn op de route richting emissievrij materieel.” IMPACT OP ALLES WAT JE DOET Hoe vertaalt zich die duurzaamheidshouding in de praktijk? Maurice: “Door de integrale duurzame lat heel hoog te leggen als je een Reconstructie marktplein in Hengelo. Herman Reinten: “De overheid legt ons doelstellingen op, waaraan we niet kunnen voldoen. En dat gaat onherroepelijk wringen.” Maurice Beijk: “De Groen is Doen-aanpak omvat een integrale aanpak voor de leefomgeving van circulariteit, biodiversiteit, klimaatadaptatie en energietransitie.” Proefproject met lignine bitumen in het asfaltbeton.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=