GWW-Totaal 6 - 2023

37 NUMMER 6 / OKTOBER 2023 MKB INFRA NIEUWS COLUMN philip van nieuwenhuizen Onnodige kosten Het ministerie van EZK heeft op aangeven van MKB-Nederland een indicatorprogramma administratieve lasten opgezet. Onze wetten en regels hebben namelijk om goed te kunnen werken vaak enorme ‘collateral damage’. Mkb-ondernemers hebben voor dit programma aangegeven waar de pijn en kosten zitten. De bedoeling van het programma is om in beeld te brengen waar in die lasten gesnoeid kan worden en bij de eerste resultaten zijn tevens al oplossingsrichtingen aangegeven. Ook EU-voorzitter Van der Leyen kondigde in haar SME-Relief-Package aan dat de rapportageverplichtingen met 25% en de administratieve lasten substantieel moeten worden verlaagd. Inmiddels is namelijk in Brussel doorgedrongen dat steeds meer ondernemers vanwege die lasten stoppen met hun bedrijf. Heel veel scepsis over die doelstellingen is wel op zijn plaats, want er komen enorme rapportageverplichtingen op het bedrijfsleven af over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Uitzonderingen of lichtere regimes zouden er komen voor het mkb, maar banken en hoofdaannemers moeten wél voldoen en kunnen geen genoegen nemen met te lichte rapportages van hun ketenpartners. Sanctie bij onvoldoende rapportage duurzaamheid: steeds moeilijker of onmogelijk om een lening te krijgen. Sanctie bij onvoldoende MVO: financiële boetes, ook in de keten. Overigens zien we ook meer en meer MVO- en duurzaamheidseisen verschijnen in aanbestedingen. Inschrijven wordt daardoor een steeds duurdere hobby. Uit het programma Beter Aanbesteden is een Actieagenda voortgekomen, waarin de steeds stijgende tenderkosten een actiepunt hebben opgeleverd. Daarin staat een tabel voor tegemoetkomingen in de aanbiedingskosten, die rechtstreeks uit de MKB INFRA-uitgave ‘Toekomstbestendig samenwerken’ komt. De toenmalige staatssecretaris is helaas niet verder gekomen dan de ernstige aanbeveling om de tenderkostenvergoedingen toe te passen met de toezegging het gebruik na enige tijd te evalueren. Inmiddels is uit die evaluatie gebleken dat dit maar hoogst zelden gebeurt. Met als gevolg dat het mkb vaak aarzelt om mee te dingen of dat niet eens meer kan, en er dus minder competitie is. Daar zitten de meeste overheidsaanbesteders niet op te wachten en deelname van het mkb is juist gewenst om een optimale prijs-kwaliteitverhouding te krijgen. De moraal: stop met het stapelen van allerlei lastenverhogende eisen en pas die tegemoetkomingen in de tenderkosten gewoon toe. Philip van Nieuwenhuizen Voorzitter/directeur MKB INFRA MKB INFRA Nieuweweg 226, 3905 LT Veenendaal Postbus 1085, 3900 BB Veenendaal Tel. (0318) 544 905 Fax (0318) 544 909 E. secretariaat@mkb-infra.nl www.mkb-infra.nl niet de juridische insteek die nodig is bij de RAW-bestekken van tegenwoordig.” SNEL EN FLEXIBEL René heeft in de loop der jaren een organisatie opgebouwd die helemaal is ingesteld op snelheid en flexibiliteit: “Als er over vijf dagen een bedrijfsterrein moet worden geasfalteerd, omdat de dag erop de klant zijn deuren wil openen, kunnen we dat organiseren.” Maar de flexibiliteit kent ook zijn grenzen, zegt hij. “Kort voor de bouwvakvakantie belde een gemeente. Het ging om een stukje asfalteren en de planning viel zo uit, dat het werk in de vakantie moest worden uitgevoerd. Daar heb ik toen voor bedankt. De medewerkers hadden hun vakanties geboekt. Dat kun je niet zomaar omgooien. We hebben het werk uiteindelijk wel gemaakt, maar op een moment dat het ook ons paste. Kennelijk stelt men de kwaliteit die we leveren op prijs. Mijn vader zou in zo’n geval het werk gewoon aannemen en dan praten als brugman om het over de vakantie heen te tillen of alles op alles zetten om het toch in de vakantie gedaan te krijgen. Ik sta daar toch anders in. Het scheelt ook wel dat we niet afhankelijk zijn van gemeentelijke opdrachtgevers.” KORT CYCLISCH WERKEN Met twee asfaltploegen en diverse machines is het bedrijf elke werkdag op pad naar volgende projecten. Dat zijn ongeveer tien asfalteerprojecten per week. “We kunnen meestal vijf weken vooruitkijken en soms maar drie. Dat legt een behoorlijk druk op de acquisitie en de planning”, zegt René. “We zijn heel goed in kort cyclische werken. En op dat punt onderscheiden we ons van onze collega’s. Dat wil overigens niet zeggen dat deze zich in slechte tijden niet in onze marktniche bewegen. Dat doen ze dus wel, ook al zijn hun asfalteerploegen daar niet op ingesteld. En natuurlijk tegen ongelooflijk lage prijzen, alleen om hun mensen aan het werk te houden. We weten dat dit financieel niet kan, maar ja, ondertussen is het kwaad wel geschied.” DILEMMA’S BIJ OPVOLGING Ten slotte hoort vooruitkijken ook bij het jubileum en dan graag op drie fronten. Hoe zit het met de orderportefeuille? Kan René voldoende geschoold personeel krijgen? En blijft Zwammerdam een familiebedrijf? Waarbij je van te voren wel kunt zeggen dat de laatste vraag het lastigst te beantwoorden is. Dat beeld zullen veel gww-familiebedrijven wel herkennen. De eerste vraag is voor René niet zo moeilijk te beantwoorden: “De cijfers over asfalt liegen er niet om. Werd er voor enige jaren nog acht miljoen ton verwerkt, nu is dat nog maar zes miljoen. De afname komt met name door minder werk bij de overheden. Dan denk ik: wanneer dalen de grote asfalteerders af naar de kleine werken? Dat is wel een punt van zorg. Maar aan de andere kant houdt het me niet heel erg bezig, want je kunt er toch niks aan doen. Het gaat in ons bedrijf al zestig jaar zo. Hoewel resultaten uit het verleden geen garantie zijn voor de toekomst, is dat toch een troostrijke gedachte.” Dan de krapte op de arbeidsmarkt. René heeft onlangs nog vier jonge mensen aangenomen – allemaal twintigers – die de plaats hebben ingenomen van even zovele medewerkers die gebruik hebben gemaakt van de zwaarwerkregeling. “De gemiddelde leeftijd van ons personeelsbestand daalde in één keer van 52 naar 45. Het kost moeite, maar we kunnen nog altijd voldoende personeel krijgen. Het is niet meer zoals vroeger. Toen reed onze voorman met een busje door Bodegraven en zocht wat mensen bij elkaar die hij kende: een neef, iemand van de biljartclub en een buurman die even niks te doen had. Nu moet ik zoeken in een regio tussen Zaltbommel en Haarlem. En soms gaat dat op heel informele wijze. Dan vraagt mijn vrouw bijvoorbeeld aan de bediende bij de wasstraat of hij geen zin heeft in een andere baan.” En dan de opvolging. René en zijn vrouw Harriët hebben drie kinderen Marjorie, Rosalie en Floris. De eerste twee hebben al een functie in het bedrijf. Marjorie doet de planning en is uitgegroeid tot een interne spin in web. Rosalie is vertegenwoordiger. Zoon Floris werkt nu nog elders, maar ambieert uiteindelijk ook een baan in het familiebedrijf. René: “Je zou misschien denken: de opvolging is een kwestie van appeltje eitje. Maar er zijn ook afwegingen en dilemma’s die weer leiden tot twijfels. Bij mij, maar ook bij hen. Mijn dochters willen ook graag moeder worden. Maar ik zeg dan: je kunt geen onderneming leiden in de tijd dat de kinderen op school zitten. Het is geen deeltijdbaan. Je bent er voltijds en heel intensief mee bezig. Ik zeg niet dat je het ondernemerschap moet invullen zoals ik dat doe, maar je kunt het niet een beetje doen. En voor mij speelt ook mee, dat de gevoelsmatige band sterker blijft als de kinderen het bedrijf overnemen in plaats van iemand van buiten. Het is de vraag of dat gewenst is. Maar ik zou het natuurlijk fantastisch vinden als Zwammerdam een familiebedrijf blijft. Je kunt denken aan een constructie waarbij je de directietaken verdeelt. Daar zie ik wel wat in, want de meiden vullen elkaar goed aan en Floris zou het commerciële traject mede kunnen versterken. Het speelt nog niet direct, maar over vijf jaar wil ik wel minder gaan doen, me meer richten op werk dat ik graag doe. Dat zijn toch afwegingen die me bezighouden en waarover de komende jaren een knoop moet worden doorgehakt.” Rosalie Geelhoed aan het woord.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=