13 NUMMER 7 / DECEMBER 2023 THEMA WATERWERKEN ten de komende decennia? Hittegolven komen in de toekomst vaker voor, worden nog heter en houden langer aan. In de scenario’s met een hoge uitstoot komt 40°C aan het eind van de eeuw bijna elk jaar voor. Een temperatuur die sinds het begin van de metingen nog maar één keer eerder is voorgekomen (40,7 °C op 25 juli 2019 in het Noord-Brabantse Gilze-Rijen). Ook in de scenario’s met lage uitstoot heeft Nederland steeds vaker te maken met tropische hitte, maar komen de meest extreme temperaturen minder vaak voor dan bij hogere uitstootscenario’s. In de zomer gaat het in de toekomst minder regenen en verliezen we meer vocht door verdamping. Daardoor komen langdurige of extreme droogtes vaker voor. De zomer van 2018 was zeer droog. In het hoge scenario is een gemiddelde zomer in 2100, zoals die van 2018. Ook in het lage scenario zien we een toename van droogte, al is de verandering aanzienlijk kleiner. Maar het wordt niet alleen droger: ook zware buien worden intenser. Dat maakt het lastiger om met deze stijgende risico’s om te gaan: we moeten voorbereid zijn op zowel meer regen in korte tijd, als langere periodes van hitte en droogte. GEVOLGEN VOOR INFRASECTOR “Als beheerder van water, wegen en vaarwegen zien we dat onze infrastructuur door het veranderende klimaat minder goed kan gaan functioneren”, aldus Carine Homan, Adviseur weer en klimaat bij KNMI en Anne Rhebergen, Adviseur Klimaatadaptatie bij Rijkswaterstaat, in een KNMI-klimaatbericht op de website van KNMI. “Hitte heeft bijvoorbeeld effect op beweegbare bruggen. Door de hoge temperaturen zet het materiaal uit waardoor bruggen moeite kunnen hebben met open of dicht gaan. Droogte kan leiden tot lage rivierstanden met gevolgen voor de scheepvaart. Bij droogte ontstaan er vaker bermbranden en wordt de waterkwaliteit slechter. Bij wateroverlast door hoosbuien kunnen wegen en tunnels onderlopen. Dit alles kan gevolgen hebben voor de bereikbaarheid en veiligheid van de infrastructuur. Daarnaast heeft de zware neerslag in Zuid-Limburg in juli 2021 laten zien hoe groot de impact van overstromingen kan zijn op de samenleving.” Met de KNMI-klimaatscenario’s worden toekomstige rivierstanden doorgerekend en geanalyseerd. Wat betekent dit voor de bescherming tegen hoogwater? En wat betekent zeespiegelstijging voor onze dijken? De klimaatscenario’s worden volgens Rijkswaterstaat ook gebruikt voor stresstesten en de knelpuntanalyse. In een klimaatstresstest wordt gekeken waar er mogelijk kwetsbaarheden zitten binnen een gebied. Hoe gevoelig is een weg bijvoorbeeld voor extreem weer? “We kijken in de stresstesten niet alleen naar wateroverlast en overstromingen, maar ook naar de effecten van hitte en droogte”, aldus de adviseurs in het klimaatbericht. De knelpuntanalyse is een manier om inzicht te krijgen in wat de risico’s zijn - nu en in de toekomst - in onze zoetwatervoorziening. Deze analyse levert belangrijke informatie voor bijvoorbeeld het Deltaprogramma Zoetwater. Verder worden de klimaatscenario’s ook gebruikt om te komen tot nieuwe of geactualiseerde normen, kaders en richtlijnen voor het bouwen en onderhouden van onze infrastructuur. Hierbij gaat het zowel om de hoofdwegen, -vaarwegen als -watersystemen. DROOGTE IS EEN INGEWIKKELDE PUZZEL Ook voorbereiding op droogte is volgens het klimaatbericht soms een ingewikkelde puzzel. Volgens het hoge en droge KNMI’23-klimaatscenario (Hd) neemt het gemiddelde neerslagtekort in 2050 mogelijk toe met 35 procent. Dit betekent dat de droogte zoals we die in 2018 hebben meegemaakt tegen die tijd aanzienlijk minder uitzonderlijk is dan nu. Door tijdig maatregelen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat in 2050 voldoende zoetwater beschikbaar blijft in een droge periode. De maatregelen bij droogte hangen volgens Anne Rhebergen en Carine Homan van veel zaken af: “Hoe is het water verdeeld over het land? Hoeveel neerslag valt er en waar? Hoe gaan buurlanden zoals België en Duitsland met water om? Ook is het relevant om te weten hoeveel water er gebruikt wordt en wat de waterkwaliteit is. Zuinig met water omgaan is hierin belangrijk. Voor de landbouw en voor de natuur kan het schadelijk zijn als door verdroging bijvoorbeeld het grondwater zouter wordt door binnendringend zeewater.” Rijkswaterstaat kan maatregelen nemen: zo kan er bijvoorbeeld meer water worden vastgehouden. Het verhoogde waterpeil in het IJsselmeer en Markermeer van afgelopen voorjaar en zomer is hier een voorbeeld van. Daarnaast kan Rijkswaterstaat door het efficiënter bedienen van sluizen verzilting beperken, maar hier zitten wel gevolgen voor de scheepvaart aan. Er zijn ook maatregelen die door vervoersbedrijven of burgers genomen kunnen worden. Er kan gekozen worden voor andere vervoersmiddelen of ze kunnen zichzelf beter voorbereiden qua planning. KLIMAATADAPTATIE Klimaatverandering en klimaatadaptatie zijn belangrijke onderwerpen voor Rijkswaterstaat om goed voorbereid te zijn op de toekomst. “De uitdaging de komende jaren is om antwoorden te vinden op de adaptatieopgave waar Nederland voor staat. Dit doet Rijkswaterstaat op basis van de beste kennis en kunde die we voorhanden hebben. De nieuwe klimaatscenario’s zijn hiervoor belangrijk”, aldus de beide adviseurs in het klimaatbericht. Rijkswaterstaat moet ook vragen beantwoorden als: wat verstaan we precies onder klimaatbestendig? Hoe ver moeten we gaan om hinder door extreem weer te voorkomen en wat krijgt daarbij prioriteit? Hoe richten we ons land in? Rijkswaterstaat kan en doet dat niet alleen. De politiek, de beleidsmakers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, andere overheden en kennisinstellingen - waaronder het KNMI - maar ook de gebruikers, zoals het bedrijfsleven en burgers, spelen daarin een belangrijke rol. Meer informatie: www.knmi.nl/klimaatscenarios
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=