15 NUMMER 7 / DECEMBER 2023 THEMA WATERWERKEN Nederland voorlopig veilig voor stijgende zee Stormvloedkering Oosterscheldekering. Foto: Thomas Fasting / Rijkswaterstaat. Zeespiegelstijging bij Nederland. Linker grafiek: geel is de verhoging bij het lage uitstootscenario en rood (niet aangegeven) is de stijging bij een hoog uitstootscenario. Bron: KNMI-scenario’s 2023. Technisch is het mogelijk om Nederland te beschermen tegen een zeespiegelstijging tot aan 3 meter. In het slechtste scenario bereiken we die stijging iets na 2100, in het beste scenario wordt die stijging in 2300 nog niet gehaald. Dat blijkt uit de publicatie van een reeks technische onderzoeken die het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris hebben laten uitvoeren onder het zogenoemde ‘Kennisprogramma Zeespiegelstijging’. TEKST: ING. FRANK DE GROOT In de publicatie wordt met kennisinstellingen bekeken hoe we ons in de toekomst kunnen beschermen tegen zeespiegelstijging, en wat we daarvoor nu al moeten doen. Zo dringt het stijgende zeewater nu al in toenemende mate het binnenland in, wat de beschikbaarheid van zoet water onder druk zet. Daarop moet Nederland zich voorbereiden. “De zeespiegel stijgt en gaat in de toekomst nog sneller stijgen. Tegelijkertijd ligt ons hele Koninkrijk aan zee. Dat maakt het voor mij cruciaal om boven op de laatste kennis te zitten”, zegt Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. “Nederland loopt daarin nu voorop, want met onze modellen kunnen we kijken naar de gevolgen van meerdere meters zeespiegelstijging. Met die kennis houd ik continu de vinger aan de pols, om wanneer dat nodig is de maatregelen te nemen die ons land veilig houden.” ZEESPIEGELSTIJGING Hoeveel kan de zeespiegel gaan stijgen binnen de diverse scenario’s? Vanaf de industriële revolutie, rond 1900, is de zeespiegel sneller gaan stijgen. Sinds 1960 is er opnieuw een versnelling. Als we niets doen tegen klimaatverandering, zal de zeespiegel rond 2100 zeer waarschijnlijk 60 tot 120 cm hoger staan dan aan het begin van deze eeuw. De zeespiegel stijgt langzamer als de CO2-uitstoot wereldwijd afneemt. Als we de CO2-doelstellingen behalen die zijn afgesproken in ‘Parijs’, dan komen we in Nederland uit op een zeespiegelstijging van 30 tot 70 cm in 2100. De zeespiegel kán echter ook veel sneller gaan stijgen als het landijs van Antarctica plotseling snel afsmelt. Dan kan de zeespiegel in 2100 tot wel 2,5 meter hoger staan. Na 2100 blijft de zeespiegelstijging nog eeuwen doorgaan. Ook als de temperatuur dan niet verder stijgt. Hoe snel de zeespiegelstijging echt gaat, hangt af van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Als we die vlot kunnen beperken, zijn de meest extreme scenario's nog te voorkomen. NEDERLAND VEILIG HOUDEN TEGEN ZEEWATER Door zeespiegelstijging komt het water hoger tegen onze dijken, dammen en duinen te staan. Het lijkt technisch mogelijk om Nederland tot 3 meter zeespiegelstijging te blijven beschermen tegen overstromingen als we de huidige aanpak opschalen. Er zijn verschillende manieren waarop Nederland het stijgende zeewater buiten kan houden: ◼ Kustlijn. Er kan zand worden aangevoerd om de kustlijn op zijn plek te houden en de duinen te verstevigen. Nu suppleren we 11 miljoen m3 zand per jaar. Naarmate de zeespiegel stijgt moeten we (veel) meer zand gaan suppleren. Bij 3 meter zeespiegelstijging is dat 2,4 tot 4 keer zoveel als nu! In theorie kunnen we hiervoor genoeg zand uit de Noordzee winnen. De kosten per kuub zand worden daarmee wel hoger, omdat het zand van verder in zee komt. ◼ Dijken. Op dit moment loopt het Hoogwaterbeschermingsprogramma; een grote dijkversterkingsronde. Als die in 2050 klaar is, voldoen alle primaire waterkeringen aan de nieuwe wettelijke normen. Door de zeespiegelstijging wordt die opgave groter. Bij 1 meter zeespiegelstijging moeten we 60% van de primaire waterkeringen verder versterken. Ook is ruimte nodig; de keringen worden niet alleen hoger, maar ook breder. Het gaat dan om een verbreding van 10 tot wel 90 meter. ◼ Waterafvoer naar zee. Als het waterpeil in het IJsselmeer te hoog wordt, vindt afvoer van water ‘onder vrij verval’ plaats naar de Waddenzee. Ook bij IJmuiden en Bath (Nederlands deel Schelde, ten noorden van Antwerpen) wordt het waterpeil gereguleerd door de spuien naar de zee. Maar dit kan alleen als het water op zee lager staat. Daarom worden er de komende jaren pompen gebouwd op de Afsluitdijk. Vanaf 1 meter zeespiegelstijging is spuien daar vrijwel onmogelijk en worden de pompen gebruikt. Ook elders zal pompcapaciteit steeds belangrijker worden. ◼ Stormvloedkeringen. Bij toenemende zeespiegelstijging gaan de stormvloerkeringen vaker dicht. Bij 1 meter zeespiegelstijging sluiten de Oosterscheldekering en Maeslantkering 90 keer zo vaak als nu. Bij 2 tot 3 meter stijging blijven de stormvloedkeringen vrijwel continu dicht. De keringen kunnen wel sluiten bij hogere waterstanden, maar dat is vooral positief voor scheepvaart en natuur. Er ontstaat dan echter wel meer wateroverlast in buitendijkse woon- en havengebieden in onder meer Rotterdam. Ook zijn andere oplossingen denkbaar, zoals het afsluiten van de Nieuwe Waterweg, maar daar wordt op termijn pas een besluit over genomen. OMGAAN MET ZOUTER WATER Uit de onderzoeken blijkt verder dat er met zeespiegelstijging meer zout water ons land binnenkomt. Dat gebeurt via het grondwater, maar het gaat ook de rivieren op via de Nieuwe Waterweg en het komt binnen via zeesluizen zoals bij IJmuiden en de Afsluitdijk. Vroeger was er voldoende rivierwater en regenwater om het zout weg te spoelen. We merken de laatste jaren al dat dit steeds minder het geval is. Langdurige perioden van droogte en lage rivierafvoeren zetten de zoetwaterbeschikbaarheid nu ook al onder druk. Bij 1 meter zeespiegelstijging is ongeveer 2,5 keer zoveel doorspoelwater nodig als nu. Bij 3 meter zeespiegelstijging is dat zes keer zoveel. In de buurt van de kust zitten veel natuur- en landbouwgebieden die zoet water gebruiken. Ook winnen drinkwaterbedrijven en industrie hier zoet water. Het Rijk wil dit zoete water zo goed mogelijk beschermen, bijvoorbeeld door bij sluizen instroming van zout water tegen te gaan. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om water beter vast te houden en naar zuiniger gebruik van het zoete water, bijvoorbeeld door andere manieren van landgebruik. VERRE TOEKOMST Bij een doorgaande zeespiegelstijging komen voor de hele lange termijn ook andere oplossingen in beeld. Het gaat dan bijvoorbeeld over het afsluiten van riviermondingen, of meebewegen met de zeespiegel en de bouwwijze daarop aanpassen. Of rivierwater bergen in een groot meer voor de kust, waardoor ook de verzilting vermindert. Het is nu nog niet nodig om daarin een keuze te maken, maar het is wel belangrijk te onderzoeken of dit technisch haalbaar is, hoe effectief dit is, hoe veel dit gaat kosten, en wanneer we die keuze wél moeten maken. KENNISPROGRAMMA ZEESPIEGELSTIJGING De laatste kennis over zeespiegelstijging wordt verwerkt in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, dat in elk geval doorloopt tot en met 2026. De komende jaren wordt onder meer onderzocht wat er precies nodig is om de huidige aanpak voort te kunnen zetten en wat er organisatorisch en maatschappelijk nodig is om ons op een versnelde zeespiegelstijging aan te passen. Zo wordt stapsgewijs gekeken welke aanpassingen nodig zijn om Nederland veilig te houden voor overstromingen en met zoetwatertekorten om te gaan. klimaatscenario’s 33 Trends en projecties per variabele De ijskappen op Groenland en Antarctica slinken steeds sneller (figuur 26). Tussen 2009 en 2018 was het massaverlies respectievelijk zeven en vier keer zo groot als tussen 1992 en 2001. Bij een wereldgemiddelde opwarming van meer dan 2°C wordt de toekomst van Antarctica erg onzeker. De drijvende ijsplaten die het landijs van Antarctica omringen, zullen dan deze eeuw grotendeels verdwijnen, waarna het landijs sneller naar de kust beweegt en er meer afkalft. Omdat het smelten van de Groenland IJskap relatief weinig bijdraagt aan de zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust, wordt het zeeniveau in onze regio in de verre toekomst vrijwel volledig bepaald door de snelheid waarmee de Antarctische IJskap massa verliest. Volgens het hoge uitstootscenario bedraagt de zeespiegelstijging rond 2300 2 tot 6 meter. Als ook onzekere ijskap processen op Antarctica worden meegenomen, kan dit oplopen tot meer dan 17 meter (figuur 25). Zeespiegel bij Nederland elfs als de uitstoot sterk wordt verminderd, zal de eespiegel voor de Nederlandse kust met meer dan en meter stijgen Massaverlies ijskappen Groenland en Antarctica sinds 1990 Figuur 26. Massaverandering van de ijskappen van Groenland en Antarctica in de afgelopen drie decennia. Scenario’s tot 2100 Scenario’s tot 2300 Figuur 25. Scenario’s tot 2100 en 2300 van het zeeniveau bij Nederland t.o.v. het huidige niveau (mediaan en 90%-band), inclusief drie schattingen van de hoogst mogelijke zeespiegelstijging (stippellijnen in lichtroze band).
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=