29 NUMMER 2 / MAART 2024 MKB INFRA NIEUWS COLUMN Philip van Nieuwenhuizen Wat als alles stopt? Voor me ligt een boek, waarin de auteur de technische, sociale, persoonlijke, historische en politieke aspecten van infrastructuur beschrijft. Ik moet het nog lezen, maar ik denk dat de 300 pagina’s uitgebreid, boeiend en onderbouwd weergeven wat ik op deze plek al eerder in 300 woorden heb betoogd. Namelijk dat onze maatschappij alleen kan functioneren dankzij de bovengrondse en ondergrondse infrastructurele netwerken van reservoirs, tunnels, wegen, riolen, kabels, leidingen en pijpen. Wij zijn ons niet bewust van de vaak verborgen systemen, totdat ze kapot gaan door verwaarlozing en gebrek aan (investeringen in) onderhoud en vernieuwing. Pas dan, als we niet meer normaal kunnen functioneren door verstoppingen van riolen of (spoor)wegen, door stroomuitval of haperende communicatiekanalen, of niet meer kunnen verwarmen en koken door uitval van gas, als het meestal te laat is, dan pas zijn we bereid de systemen te herstellen. En dan kijken we ineens niet meer naar de kosten. Hoe dom is dàt? Vergelijk het met een auto. Als je hem niet onderhoudt gaat hij stuk en dat natuurlijk op het moment dat je dringend weg moet naar een (sollicitatie)afspraak. Iedereen weet dus hoe belangrijk het is dat je onderhoud pleegt en soms investeert in nieuwe banden. Zo niet als het gaat om infrastructuur. Er liggen alarmerende rapporten over de staat van onderhoud van essentiële verbindingen, maar er worden keer op keer andere prioriteiten gesteld door de politiek. En als er dan al een keer iets gebeurt is er niet genoeg geld en stellen we het toch maar weer uit, zoals de Brienenoord. Of we hopen allemaal dat het Bestuurdersnetwerk Infra de toverformule weet te vinden. Maar dat zal pas gebeuren als de waarde van functionerende infrastructuur niet meer (alleen) in geld wordt uitgedrukt. Pas dan beseffen we dat er nooit genoeg geld naar infrastructuur gaat. Misschien kunnen we dat bereiken, als ‘How Infrastructure Works, Inside the systems that shape the world’ van Deb Chachra verplichte literatuur wordt voor alle huidige en toekomstige ministers, gedeputeerden en wethouders van Nederland. Philip van Nieuwenhuizen Voorzitter/directeur MKB INFRA MKB INFRA Nieuweweg 226, 3905 LT Veenendaal Postbus 1085, 3900 BB Veenendaal Tel. (0318) 544 905 Fax (0318) 544 909 E. secretariaat@mkb-infra.nl www.mkb-infra.nl MEER GROEN Duurzaamheid, voorkomen van hittestress en klimaatadaptatie zijn de sleutelwoorden bij de herontwikkeling van de wijk. Zoveel is duidelijk. Ze zijn ook terug te vinden in andere elementen van de openbare ruimte. Ewald: “De bomen stonden solitair in de trottoirs. Ze groeiden slecht, waardoor ze niet optimaal functioneerden. Ze staan nu meer gegroepeerd. Verder is het betonoppervlak geminimaliseerd. Voorheen waren de verhardingsstroken 2,40 meter, nu zijn ze 1,80 meter. En waar mogelijk is de bestrating open door toepassing van de Hydro Lineo grasstenen van Struyk Verwo.” MANAGEMENTSTRUCTUUR Ten slotte wil Ewald nog wel wat kwijt over de managementstructuur die is ingericht om het project soepel te laten verlopen. Het is georganiseerd volgens de principes van IPM (Integraal Project Management). Het managementteam bestaat uit specialisten van opdrachtgever en aannemer. De omgevingsmanager van de gemeente heeft een sparringpartner in de omgevingsmanager van Markus. Hetzelfde geldt voor de technisch manager. De koppels organiseren voor hun disciplines de dagelijkse gang van zaken op de uitvoeringslocatie. De projectmanager van gemeente en van de aannemer houden de grote lijnen in de gaten en zorgen ervoor dat het project op koers blijft. Vanuit de IPM-structuur heeft Ewald een organigram en escalatiemodel doorgevoerd: “Als er zich een probleem voordoet dat de voortgang in gevaar brengt, wordt het doorgeschoven naar bijvoorbeeld een bovenliggend niveau. Op de werkvloer ontstaat dan geen discussie en kan er gewoon doorgewerkt worden. Dat model functioneert uitstekend.” MARKUS BV WAARDEERT GEMEENTELIJK INGENIEURSBUREAU Dennis Smal is projectmanager in Purmerend en hij is blij met opdrachtgevers als de gemeente Purmerend. Hij is in het IPM-model de evenknie van Ewald Schoorl. “Hier kunnen we de aannemer zijn, die we graag willen zijn: de aannemer die het werk niet voor, maar met de opdrachtgever uitvoert. En dan scheelt het dat die opdrachtgever zelf verstand van zaken heeft en niet alles heeft uitbesteed aan externe bureaus die per opdracht kunnen wisselen.” “Met een eigen ingenieursbureau, zoals bij de gemeente Purmerend dat zelf het VO en DO maakt, heb je een gelijkwaardige gesprekspartner en kunnen we op niveau risico’s delen die wij tegenkomen in het UO. Bovendien is de kans groot dat je bij een volgend project van de gemeente weer met dezelfde mensen aan tafel zit. Je kunt dus samen leren van fouten uit het verleden.” Dennis zijn verhaal bevestigt in grote lijnen wat Ewald over de samenwerking vertelt, maar dan vanuit het perspectief van de opdrachtnemer. “Er stond druk op de ketel omdat de bus na een jaar weer moest gaan rijden. Maar we hebben van tevoren afgesproken dat kwaliteit in alle gevallen voor snelheid gaat. Er zou onder geen beding voor een inferieure snelle oplossing gekozen worden om de deadline maar te halen. Overschrijding van de opleveringstermijn is dan toegestaan. Maar we waren verleden jaar precies op tijd klaar. Op de laatste werkdag voor de kerst zijn er nog putten ingeboord en stonden er nog vele machines op locatie. Maar aan het eind van de dag was alles aan kant en kon de bus met ingang van 23 december 2023 weer rijden.” De manier waarop Markus werkt, komt ook goed aan bij de buurtbewoners. “Ze komen regelmatig naar buiten met een kan koffie voor onze jongens. En dan horen we dat ze het zo fijn vinden dat de bouwlocatie er zo opgeruimd bij ligt. We houden ze op de hoogte via de bouwapp en bezorgen wel eens een saucijzenbroodje. Want wij – op onze beurt – waarderen de houding van de buurtbewoners.”
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=