GWW-Totaal 3 - 2024

PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 10 “Tunnelrenovaties voor 80% standaardiseren” Van de circa 90 tunnels in Nederland en België moet ongeveer de helft binnen tien jaar grootscheeps worden gerenoveerd. Renoveren zal dan wel echt anders moeten. Zoals het nu gaat, is de overlast voor de omgeving te groot en gaat het ontbreken aan zowel menskracht als geld. De oplossing? “Accepteren dat 80 procent van het werk en de tunnel steeds hetzelfde is en daarmee energie overhouden voor de 20% die specifiek is”, stelt directeur Karin de Haas van het COB. TEKST: HENK WIND “Tunnels zijn dure kritieke objecten op plekken waar we niet zonder kunnen. Die zijn dus heel waardevol voor de samenleving. De beschikbaarheid is enorm belangrijk. Je ziet dat ook weer bij de weekendafsluitingen van de Benelux-tunnel. Dan ligt heel Rotterdam plat”, schetst programmamanager en directeur Karin de Haas van het Centrum Ondergronds Bouwen (COB) het belang van tunnels. Het COB is een netwerkorganisatie die in 1995 werd opgericht om de technische achterstand op het gebied van geboorde tunnels weg te nemen. “Die achterstand is inmiddels wel ingelopen, maar op veel andere gebieden is ondergronds bouwen nog lang niet volwassen”, zegt De Haas. De organisatie werkt dan ook veel met ‘groeiboeken’, ‘evolutiepaden’ en versies 1.0, 2.0, et cetera. Wat het Tunnelprogramma betreft hoopt De Haas dat de sector in 2030 redelijk volwassen zal zijn. “Nu is dat op sommige gebieden nog de vroege puberteit en op andere gebieden de late puberteit of midden in de puberteit.” WAT IS DE RESTLEVENSDUUR? “Veel weten we nog niet”, geeft De Haas aan. “Een belangrijke vraag is bijvoorbeeld de restlevensduur van het civieltechnische deel van een tunnel. Die weten we niet echt. Ze werden destijds gebouwd met een verwachte levensduur van 100 jaar of meer. Maar we weten wel dat tunnels altijd lekken en we weten dat er in veel tunnels meer beweging zit dan verwacht werd. We weten niet precies hoe dat komt en we weten niet wat dat voor invloed heeft. Hoe lang kunnen tunnels civieltechnisch nog mee? Kan onderhoud nog 10 jaar wachten? Dat is een grote puzzel.” Daar grip op krijgen is één van de prioriteiten in het Tunnelprogramma van het COB. “We hebben, zoals altijd als COB, eerst gekeken wat we al weten. Dat hebben we gebundeld. Van daaruit kwam de behoefte aan het opzetten van wetenschappelijk onderzoek. Daarvoor moet je dan wel data gaan verzamelen. We hebben een monitoringsstrategie ontwikkeld om die data te gaan leveren. Die monitoring wordt nu ingebouwd in de Willemsspoortunnel en de Noordtunnel. Er gaan PhD’ers aan de slag om te komen tot een eerste versie van een restlevensduur-voorspellend model.” OMVANG RENOVATIEGOLF “Dat is altijd de manier waarop het COB werkt. We gaan eerst analyseren wat er al aan informatie bekend is en gaan daar verder op bouwen. Dat hebben we ook gedaan voor het in kaart brengen van de werkelijke renovatieopgave. We weten dat er een renovatiegolf aan komt, maar om hoe veel werk gaat het dan, wanneer en voor wie? Is het bijvoorbeeld één groot probleem of zijn het honderd kleine problemen? We hebben daarvoor een renovatie van een standaardtunnel van 500 meter lang genomen en gekeken in welke fases een renovatie verloopt en hoe lang elke fase duurt. Dan gaat het om opdrachtgevers, ingenieursdiensten voor zowel opdrachtgevers als uitvoering en om aannemers en toeleveranciers.” “Op basis daarvan hebben we een model ontwikkeld, waar we vervolgens alle tunnels in gezet hebben. Die hebben we nog getweakt naar lengte, soort, specifieke kenmerken, de scope de renovatieopgave en manier van renoveren. Dan krijg je daadwerkelijk inzicht in het werk. Je kunt nu aflezen op welk moment hoeveel mensen nodig zijn. Al die cijfers zijn te vinden in een overzicht op onze site. Maar het is wel: zo goed als we het nu weten. Er is dus steeds een vervolg en verbetering nodig.” ANDERS EN SLIMMER “Op basis van het inzicht in het werk kunnen we spreken met allerlei organisaties om te kijken wat er nodig is, maar ook hoe het anders of slimmer kan, zoals sommige opdrachtgevers dat al doen. Zo heeft Rijkswaterstaat het contract voor de ingenieursdiensten voor de renovaties van zeven tunnels in Zuid-Holland gecombineerd. Dit werk is gegund aan Tunnel Engineering Consultants (TEC), een combinatie van Royal HaskoningDHV en Witteveen+- Bos. De verwachting is dat deze aanpak meer ruimte geeft voor gezamenlijk leren en past bij de programmatisch aanpak van de renovatie zelf. Programmatisch aanbesteden is een mogelijkheid om aan de knoppen te draaien, ook in de relatie met de aanneemcombinaties. Als je weet dat je onder voorwaarden ook een volgende tunnel mag uitvoeren, hoef je niet opnieuw tijd en geld en energie te steken in een aanbestedingstraject.” Uit de cijfers blijkt in ieder geval dat het anders moet om het allemaal betaalbaar te houden en te bemensen en om de overlast van afsluitingen te beperken. “Kijk ook eens naar overlast van de renovatie zelf. Er gaat enorm veel materiaal in een tunnel. Alleen dat al kan een heel grote extra belasting op het verkeersnet van de omgeving zijn.” WERKEN MET PATRONEN Belangrijk is ook om niet alleen naar de renovatie van dit moment te kijken, maar ook naar toekomstige renovaties. “Behalve met de civieltechnische schil hebben we in tunnels ook te maken met installaties die veilig en betrouwbaar moeten zijn en met ict-systemen voor bedienen, besturen en bewaken. Die onderdelen zijn alle drie kritiek om tunnels beschikbaar te houden. Toekomstige renovaties kun je gemakkelijker maken door te werken in patronen en typicals. Je moet het zo doen dat je onderdelen kunt renoveren en niet alles in één keer hoeft te vervangen. Microrenovaties noemen we dat. Die zijn eenvoudiger en veel minder ingrijpend. Doordat je toekomstige renovaties dan sneller uit kunt voeren, blijft de beschikbaarheid maximaal.” “Dat biedt ook de mogelijkheid om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld digitalisering. Neem een zelfrijdende auto. Stel dat je daarvoor de tunnelverlichting zou willen aanpassen of weghalen. Met typicals kun je door middel van een microrenovatie één systeem er uit halen zonder dat alles omvalt.” 80% IS HETZELFDE Werken met patronen en typicals is één van de stappen om te komen tot meer uniformiteit in tunnelrenovatie en -ontwerp. “We hebben recent het ‘Evolutiepad naar uniformiteit versie 4.0’ opgeleverd. Dat is een belangrijk stuk van de puzzel. Om het werk eenvoudiger te maken moeten we 80% uniformeren. Ik weet dat mensen uniek zijn en dat elk project uniek is, maar we moeten ook gewoon accepteren dat 80% hetzelfde is. Dat vinden we ook wel met elkaar, maar we benadrukken steeds weer vooral wat er anders is en vergeten dat 80% hetzelfde is. Je kunt dat deel beter ‘goed jatten’ dan opnieuw engineeren. Ook opdrachtgevers zullen dat moeten accepteren en niet steeds weer iets De renovatieopgave is groot, zoals hier de Maastunnel. COB heeft in kaart gebracht hoe groot de opgave daadwerkelijk is. Foto: COB. Karin de Haas: “Het ‘Evolutiepad naar uniformiteit versie 4.0’ is een belangrijk stuk van de puzzel.” Foto: Vincent Basler. Op de cover van het Evolutiepad 4.0 staat de yellow brick road uit de Wizard van Oz. ‘De sector heeft de antwoorden al in zichzelf.’ Beeld: COB. Open dag bij de renovatie van de Velsertunnel. Foto: Flickr, Jeroen van Lieshout.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=