GWW-Totaal 3 - 2024

29 NUMMER 3 / MEI 2024 MKB INFRA NIEUWS COLUMN philip van nieuwenhuizen Emissie- frustratie Bijna dagelijks lezen we wel een succesverhaal over een mooi voorbeeld op weg naar emissieloos. Prima, want goed voorbeeld doet goed volgen. Maar over frustraties lees je bijna nooit. Toch zijn die er, veel meer nog dan succesverhalen, zelfs bij partijen die zich intrinsiek gemotiveerd en vol overgave begeven richting emissieloos. En daarvan hebben we er veel onder de leden van MKB INFRA, ook al valt dat niet zo op. Dat komt doordat ze hun successen niet uitgebreid vieren, maar gewoon implementeren in hun dagelijkse werk. Daarbij lopen ze wel aan tegen het feit dat opdrachtgevers emissieloze productie wensen, maar daar niet voor willen of kunnen betalen. Of tegen ontbrekende laadcapaciteit, waardoor de machines niet voldoende productie kunnen leveren. Of ze moeten op diesel aangedreven diepladers worden vervoerd naar laadplaatsen waar ze worden opgeladen met dieselaggregaten. Of tegen belachelijke regels die verbieden om schoon opgewekte energie op de ene plaats, te salderen met benodigde elektriciteit bij een laadplaats elders van dezelfde eigenaar. We zien dat dit jaar de beschikbare subsidie voor nieuwe aanschaf nog lang niet is uitgeput. Bedrijven aarzelen om bovengenoemde en andere redenen, zoals de verlaging van het subsidiepercentage steeds meer om elektrische machines aan te schaffen. En daar wreekt zich het ontbreken van plan B. Tijdens het totstandkoming van de routekaarten Schoon en Emissieloos Bouwen hebben we als branche gebedeld bij het Ministerie om in de transitiefase bijna volledig schone oplossingen een plaats te geven. Het is laaghangend fruit, want allemaal al beschikbaar zonder grote kosten, maar het Ministerie bleef hardnekkig goed en beter overslaan en wilde alleen perfectie. Dat betekent complete vervanging van het gehele machinepark (meerkosten tenminste € 3,5 miljard) in een jaar of zes tot zeven, ongeacht of de te vervangen machines zijn afgeschreven. Dat betekent ook dat machinefabrikanten die nu nog helemaal geen productielijnen hebben voor emissieloze machines, voor een niet rendabele afzet in Nederland emissieloze machines moeten gaan produceren! Dat doen ze voorlopig niet en dus bouwen we – niet geheel logisch – nieuwe diesels om naar elektrisch. Wat nodig is om echt stappen te maken in de emissiereductie, is dus dat plan B om het laaghangende fruit te kunnen gebruiken. Maar ook consistentie van beleid bij de 400 verschillende overheidsopdrachtgevers, die de beurs moeten willen trekken voor de meerkosten van de transitie; en uiteraard laadcapaciteit! Philip van Nieuwenhuizen Voorzitter/directeur MKB INFRA MKB INFRA Nieuweweg 226, 3905 LT Veenendaal Postbus 1085, 3900 BB Veenendaal Tel. (0318) 544 905 Fax (0318) 544 909 E. secretariaat@mkb-infra.nl www.mkb-infra.nl TALENTCENTER IN ANDERE LANDEN Inmiddels zijn er initiatieven naar voorbeeld van het Talentcenter in Graz gestart in Italië, Vlaanderen en Denemarken. Het Talentcenter in Bozen (Italië, Zuid-Tirol) is onder intensieve begeleiding van de mensen in Graz tot stand gekomen. Volgens Konstantin Umdasch die nog altijd zeer betrokken is bij het instituut in Bozen, is het vrijwel een exacte kopie van wat hij en zijn collega’s in Graz doen. In België heeft het Vlaams netwerk van Ondernemingen (Voka) in samenwerking met de Universiteit van Gent het voortouw genomen. Ze hebben verleden jaar twee Talentcentra geopend, eentje in Technopolis in Mechelen en eentje in Hasselt, beide geënt op het Oostenrijkse voorbeeld. Over Nederlandse initiatieven is Umdasch niks bekend. “Daar zijn, voor zover ik weet, geen contacten over geweest. Maar het is goed mogelijk dat er Nederlanders bij ons op bezoek zijn geweest. We ontvangen jaarlijks zeker duizend belangstellenden. Onder hen zullen ongetwijfeld enkele Nederlanders geweest zijn. Maar tot iets concreets heeft dat nog niet geleid.” MKB INFRA zou een dergelijk initiatief in Nederland toejuichen. aan concrete beroepen. Dus als er een talent voor ambachtelijk werk komt boven drijven, dan presenteren wij de leerling in kwestie een reeks van beroepen waarin zijn specifieke talent gevraagd is. Ze kunnen vanuit de rapportage direct doorklikken naar de betreffende beroepen voor meer informatie.” JONGEREN VAN 13 TOT 15 JAAR Waarom richt Talentcenter zich voornamelijk op jongeren in de leeftijd tussen 13 en 15? Umdasch: “Enerzijds heeft dat een puur pragmatische reden. Het Oostenrijkse schoolsysteem is zo ingericht, dat leerlingen in die leeftijd een keuze moeten maken. Gaan ze door op de middelbare school om zich voor te bereiden op het hbo of de universiteit? Of gaan ze zich direct voorbereiden op de arbeidsmarkt via werkend leren? Maar wij zien het ook als een belangrijk voordeel, dat ze op die leeftijd nog geen verplichtingen zijn aangegaan die hen zou kunnen beperken in een vrije beroepskeuze. Een vrouw of man die al kinderen heeft, moet zich op een andere manier oriënteren op een beroep. De keuze moet passen in het gezinsleven dat hij of zij leidt.” Hij vervolgt: “Jongeren in de leeftijd 13 tot 15 zijn nog een onbeschreven blad, waardoor je een meer zuiver beeld kunt krijgen van aanleg, talent en voorkeur. En natuurlijk lopen ook wij aan tegen vooroordelen in de samenleving en verwachtingen van ouders, die vaak medebepalend zijn voor de voorkeur en de uiteindelijke keuze. Maar, deze verwachtingen zijn tegelijk ook oorzaak van verkeerde keuzes, waardoor een leerling na het eerste jaar toch nog wil wisselen van studie. Verkeerde keuzes kunnen leiden tot frustraties en een beroepscarrière waar je doodongelukkig van wordt. Wij zijn tevreden als we een bijdrage kunnen leveren om dat te voorkomen.” ONBEKENDE TALENTEN Het gebeurt regelmatig dat Umdasch en de zijnen talenten bij jongeren boven water halen, waarvan ze zelf nog geen idee hadden en daar vervolgens een beroepskeuze op baseren die is aangereikt door het Talentcenter. Cijfers daarover worden om privacyredenen niet bewaard. Maar hij krijgt regelmatig enthousiaste verhalen van docenten te horen. “Dat is dan voor ons een mooie opsteker”, zegt Umdasch, “want wij zijn ervan overtuigd, dat er een verband is tussen ‘gelukkig zijn in je werk’ en ‘dat doen waar je goed in bent’.”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=