GWW-Totaal 5 - 2024

11 NUMMER 5 / SEPTEMBER 2024 THEMA INRICHTING OPENBARE RUIMTE groter beroep gedaan op burgers en bedrijven om zelfstandig klimaatbestendige ruimtelijke keuzes te maken. • Klimaatbestendige ruimtelijke ordening vereist begrenzing vanuit het waterbeheer. De waterbeheerders (het Rijk en de waterschappen) hebben een belangrijke sleutel in handen om te komen tot een klimaatbestendige ruimtelijke ordening. Zij zullen vanuit hun kennis en deskundigheid vaker grenzen moeten aangeven. • Klimaatbestendige ruimtelijke ordening biedt kansen om een mooier en beter land te realiseren, voor onszelf en voor toekomstige generaties. We zullen daarvoor de samenhang tussen verschillende opgaven moeten benutten, zowel inhoudelijk als in de tijd. Dat vraagt om samenwerking, om nieuwe, innovatieve ideeën én om het tijdig maken van keuzes. Keuzes waarmee we nu aan de slag kunnen, maar die tegelijkertijd voldoende keuzevrijheid laten aan toekomstige generaties om hun leefomgeving vorm te geven. AANBEVELINGEN Er worden in het advies tien aanbevelingen gedaan, verdeeld over vier oplossingsrichtingen. Met deze aanbevelingen wil Rli de overheid helpen om effectief te sturen op klimaatbestendige ruimtelijke ordening. Oplossingsrichting 1: Zorg ervoor dat ruimtelijke keuzes van zowel de overheid als van de samenleving zo veel mogelijk rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. 1. Zorg met een ‘waterkalender’ systematisch voor tijdige en publiek beschikbare informatie over veranderende waterstaatkundige condities (Rijk en waterschappen). De waterbeheerders (het Rijk en de waterschappen) zullen moeten verduidelijken tot wanneer de geldende condities ten aanzien van wateroverlast, zoetwatervoorziening en waterveiligheid redelijkerwijs houdbaar zijn. Dat kunnen zij doen door middel van een periodiek te actualiseren ‘waterkalender’. 2. Toets alle ruimtelijke visies, plannen en besluiten van de overheid op hun klimaatbestendigheid (Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen). Bij het maken van ruimtelijke keuzes op het gebied van infrastructuur, landbouw, wonen, natuur, economie en industrie zal de overheid consequent de veranderende waterstaatkundige condities moeten betrekken. Ze dient bij elke keuze, in elke overheidslaag, mee te wegen of de benodigde condities op langere termijn zijn vol te houden en of (c.q. hoe lang) die condities tegen acceptabele maatschappelijke kosten kunnen worden gerealiseerd. Oplossingsrichting 2: Maak flexibiliteit de nieuwe norm voor ruimtelijke ordening 3. Reserveer in omgevingsplannen ruimte voor waterstaatkundige maatregelen (Rijk, provincies, gemeenten). Ruimtereserveringen zijn belangrijk om in de toekomst verzekerd te zijn van voldoende ruimte voor benodigde waterstaatkundige maatregelen. Daarom moet in de juridisch bindende gemeentelijke omgevingsplannen ruimte worden gereserveerd voor de waterstaatkundige infrastructuur die nodig is om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. 4. Benut de mogelijkheden voor tijdelijk ruimtegebruik (Rijk, provincies, waterschappen, gemeenten). Klimaatadaptatie vraagt om een dynamische ruimtelijke ordening, waarin functies tijdelijk kunnen zijn en waarin het gebruik van de ruimte kan worden aangepast aan nog onzekere ontwikkelingen. De benodigde omslag naar een wendbare ruimtelijke ordening is te realiseren door het beter benutten van de (juridisch al bestaande) mogelijkheden van tijdelijk ruimtegebruik. Oplossingsrichting 3: Versterk het instrumentarium voor klimaatbestendige en flexibele ruimtelijke keuzes door overheid en samenleving 5. Betrek de langetermijnkosten van klimaatverandering bij investeringsbeslissingen (gemeenten, provincies, Rijk, projectontwikkelaars, banken, beleggers, ondernemers, huiseigenaren). Kosten die zich op lange termijn zullen aandienen als gevolg van klimaatverandering moeten nadrukkelijker worden meegenomen bij investeringsbeslissingen van overheden en partijen in de samenleving. Rli bepleit het toepassen van een levensduurbenadering. Daarbij worden alle kosten die tijdens de levensduur van de investering worden gemaakt, inclusief de kosten van klimaatadaptatie, zo goed mogelijk in de financiële afweging betrokken. 6. S tel algemene regels voor klimaatbestendige inrichting (Rijk, waterschappen). In het Besluit kwaliteit leefomgeving, dan wel in verordeningen van de waterschappen, dienen algemene eisen te worden gesteld aan de inrichting van gebieden met het oog op de klimaatbestendigheid ervan. 7. W eeg bij het nemen van ruimtelijke besluiten het waterbelang zo vroeg mogelijk en op het juiste schaalniveau mee (Rijk, provincies, waterschappen). De Omgevingswet en de afspraken uit het Bestuursakkoord Water verplichten alle overheden die ruimtelijke plannen ontwikkelen tot het wegen van het waterbelang. In de regel gebeurt dat nu bij het opstellen of aanpassen van het gemeentelijke omgevingsplan, onder meer met het oog op nieuwe woningbouwlocaties. De locatiekeuze is echter op dat moment vaak al gemaakt. De weging van het waterbelang leidt dan hooguit tot een klimaatbestendiger inrichting en niet tot een andere locatiekeuze. Daarom bepleit Rli om het waterbelang eerder en op een hoger schaalniveau (nationaal en provinciaal) consequent mee te wegen bij de vaststelling van ruimtelijke besluiten. 8. Maak afspraken met bovenstroomse landen over wateraanvoer en waterberging (Rijk, provincies, waterschappen). In het internationaal overleg over de stroomgebieden van rivieren die afwateren via ons land wordt aandacht besteed aan de verdeling van water in tijden van een teveel aan water (risico van overstroming) dan wel een tekort aan water (risico van droogte). Tot bindende internationale afspraken heeft dat echter nog nauwelijks geleid. Gelet op de grotere waterafhankelijkheid van ons land bevelen wij aan dat dit overleg wordt geïntensiveerd. Oplossingsrichting 4: Neem tijdig besluiten over grote systeemkeuzes en de ruimtelijke gevolgen daarvan 9. Voer integraal kennis- en onderzoeksprogramma uit voor klimaatbestendige ruimtelijke ordening (Rijk). Het Rijk zal de samenhang tussen veranderende waterstaatkundige condities, de effecten daarvan op gebruiksfuncties en wat een en ander betekent voor de ruimtelijke ordening, moeten versterken en benutten. Dat vraagt om een interdisciplinair, langjarig onderzoeksprogramma waarin onderzoekers, ontwerpers, beleidsmakers en praktijkdeskundigen met elkaar samenwerken. 10. S tel een langetermijnprogramma op gericht op besluitvorming over grote systeemkeuzes (Rijk). Er zijn de afgelopen periode in het kader van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging flinke stappen gezet om de kennis te vergroten over manieren waarop Nederland, ook bij een forse stijging van de zeespiegel, veilig en leefbaar kan blijven. Het wordt nu tijd om de beschikbare kennis te gebruiken voor het opstellen van een programma, inclusief een bijbehorend tijdpad, dat als basis kan dienen voor concrete besluiten over de grote systeemkeuzes die de komende decennia moeten worden gemaakt. Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is het strategische adviescollege voor regering en parlement op het brede domein van duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en infrastructuur. De raad is onafhankelijk en adviseert gevraagd en ongevraagd over langetermijnvraagstukken. Met een integrale benadering en advisering op strategisch niveau wil de raad bijdragen aan de verdieping en verbreding van het politiek en maatschappelijk debat en aan de kwaliteit van de besluitvorming. www.rli.nl Er zijn steeds meer inspanningen van waterbeheerders nodig om de huidige ‘waterstaatkundige condities’ op het gebied van wateroverlast, zoetwatervoorziening en waterveiligheid te waarborgen en het huidige ruimtegebruik te kunnen voortzetten. Ruimtereserveringen zijn belangrijk om in de toekomst verzekerd te zijn van voldoende ruimte voor benodigde waterstaatkundige maatregelen. Op de foto het Waalproject bij Nijmegen (2016). De noodzakelijke rivierverruiming gaat daar samen met de aanleg van een nieuw, groen eiland en prachtige bruggen. Foto: Rijkswaterstaat. Foto: Frank de Groot.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=