PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 28 Gezamenlijke WKO gaat 1,2 miljoen m3 aardgas besparen De grootste? In ieder geval is het één van de grootste WKO-installaties van Nederland die momenteel in aanleg is rondom het UMCG en de RUG in Groningen. Medio mei 2025 moet de infrastructuur in de bodem liggen, met in totaal vier nieuwe koudebronnen en vier nieuwe warmtebronnen. Elk met een maximale capaciteit van 250 m3 per uur. TEKST: HENK WIND FOTOGRAFIE: ANTEA GROUP De aanleg van de WKO-installatie (warmte- en koude-opslag) is een onderdeel van het programma ‘UMCG bouwt’, waarbij het Universitaire Medisch Centrum Groningen tot 2035 diverse nieuwbouw en gebouwrenovaties op de planning heeft staan. De aanleg van de WKO is een project dat het UMCG samen met de Rijks Universiteit Groningen heeft opgepakt. Op de betreffende locatie – de Healthy Ageing Campus - zijn namelijk gebouwen van beide organisaties gesitueerd. In totaal zullen er elf bestaande en nieuwe gebouwen op de WKO worden aangesloten, met een totaal vloeroppervlak van 150.000 m2. Het nieuwe onderwijscentrum van de RUG, het Anda Kerkhoven Centre, wordt medio 2025 als eerste gebouw aangesloten op de nieuwe Warmte Koude Opslag. AANLEG BASISINFRASTRUCTUUR De aansluiting van deze nieuwbouw was uiteraard van grote invloed op de planning van de aanleg. Voordat deze aansluiting kan worden gerealiseerd zal er zowel één warme als één koude bron functioneel moeten zijn, inclusief de bijbehorende aansluitleidingen en een – tijdelijke – techniekruimte. In oktober van dit jaar (2024) werd de eerste bron geboord. Die gaat tot een diepte van 108 meter, waar de juiste grondlagen met voldoende watervoering werden aangetroffen. Circa mei 2025 moet de infrastructuur er qua leidingen, kabels en bronnen in zijn geheel liggen. Bronnen aansluiten en activeren en het maken van de gebouwaansluitingen gebeurt vervolgens gefaseerd in de komende jaren. De graafwerkzaamheden zouden echter in mei 2025 afgerond moeten zijn, al is het nog wel afhankelijk van de weersomstandigheden of mei gehaald wordt. Bij vorst kunnen namelijk bijvoorbeeld geen PE-leidingen worden gelast. BOUWTEAM MET NOORDELIJKE AANNEMERS De Warmte Koude Opslag wordt in bouwteam aangelegd door drie noordelijke bedrijven (aannemers en ingenieurs). Remborg Bodemenergie is verantwoordelijk voor de boringen van de verschillende bronnen. Antea Group legt het horizontale leidingwerk aan en Croonwolter&dros verzorgt de installatietechniek. De aanleg van een dergelijke installatie heeft veel voeten in de aarde, vertellen projectleider Realisatie Derk Kuiper en projectmanager Realisatie Norbert Stuip van Antea Group. Norbert: “Er is intensief overleg binnen het bouwteam. Bijna overal liggen kabels in de grond en er zijn ook nog lokale vervuilingen. Voordeel is dat we binnen Antea Group specialisten hebben voor onderzoek, advies en het uitvoeren van saneringen. Dat is voor de opdrachtgever echt wel een plus.” Om de opdrachtgever zo veel mogelijk te ontzorgen, zorgt Antea Group voor duidelijke tekeningen en visualisaties. “Onze werkvoorbereider Joeri Jans tekent nu ook voor Remborg Bodemenergie en maakt waar nodig 3D visualisaties.” OPEN SLEUVEN De leidingen krijgen één meter gronddekking en hebben doorsnedes van 160 tot zelfs 500 mm. Ze worden vooral aangelegd middels open sleuven. Op slechts twee plekken waar dat niet anders kan, wordt gebruik gemaakt van een horizontaal gestuurde boring. Norbert: “Een gestuurde boring is dieper en moet behoorlijk afstand houden van bestaande leidingen, met name van gasleidingen en middenspanningkabels. Daarbij doen we dan meerdere boringen naast elkaar. We leggen de leiding aan voor de WKO, maar er moet ook een stroomkabel, een besturingskabel en een tube voor glasvezel naar de pompen die op de verschillende bronnen komen.” COMPLEXE SITUATIE Het UMCG terrein ligt middenin de binnenstad van Groningen en kent een rijke historie. Daarbij hoort ook een complexe situatie met betrekking tot de uitbreidingsmogelijkheden en bereikbaarheid, maar ook zeker in de ondergrond. Naast een verhoogde kans op de aanwezigheid bodemverontreinigingen zijn ook niet alle kabels en leidingen goed gedocumenteerd in de loop der jaren. Dit maakt de aanleg van een nieuw groot leidingnet een zeer uitdagende opgave. Derk: “We hebben de ondergrond vooraf zoveel mogelijk in kaart gebracht, aan de hand van KLIC-gegevens en oude beheertekeningen en middels inzet van een grondradar. Ook hebben we proefsleuven gegraven. Die onderzoeken hebben er zelfs nog toe geleid dat de locaties van enkele bronnen iets verschoven zijn. Je moet behalve voor de stalen buis van 800 mm doorsnede namelijk tot 6 meter diepte ook nog de ruimte hebben om daar een grote betonnen put op te maken waar de pompen en de besturingstechniek in komen. Voor een goede inpassing van de plannen zijn hier ook twee landschapsarchitecten betrokken. Voor het RUG gebied is dit LOLA Landscape Architects, voor het UMCG gebied is dit OKRA landschapsarchitecten.” IN HET WERK OPLOSSEN “Maar je kunt niet alles van tevoren met de grondradar laten bekijken”, vervolgt Derk. “Wat je verder tegenkomt moet je tijdens het graafwerk oplossen. Voordeel is wel dat deze leidingen niet exact op afschot hoeven te liggen, zoals een riool. Ze mogen wel wat op en neer gaan voor het passeren van andere leidingen, maar dat moet natuurlijk wel enigszins beperkt blijven. Op plekken waar we machinaal graven, gaan ervaren grondwerkers voorsteken. Op plekken waar veel leidingen liggen, zetten we een zuigauto in. Die werkt overigens niet heel lekker in een ondergrond met klei, maar op plekken met veel leidingen is de ondergrond meestal toch al gevuld met zand.” De installatie is in basis ontworpen door Sweegers en de Bruijn. De locatie van de bronnen is zo gekozen dat er voldoende afstand is tussen de warme en de koude bronnen. Ook moest rekening worden gehouden met bestaande WKO-bronnen, zowel in de omgeving als op de eigen locatie. De aanleg van de WKO-installatie is een ingewikkelde klus door alle bebouwingen, maar vooral ook door de vele kabels en leidingen in de ondergrond en een aantal vervuilingen. Gebouwaansluitingen worden in deze fase tot aan de gevel gemaakt. De bronnen worden geboord tot meer dan 100 meter diep. De leidingen hebben forse diameters, oplopend tot 500 mm.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=