29 NUMMER 7 / DECEMBER 2024 ONDERGRONDSE INFRA Norbert: “De vier koude bronnen komen aan de noordoostzijde (Petrus Campersingel); de vier warme bronnen aan de zuidwestzijde (Oostersingel). Daartussen ligt de zogenaamde backbone, die de bronnen verbindt met een centrale regel- en techniekruimte.” 1 MILJOEN M3 In het systeem wordt gefilterd grondwater rondgepompt. In de zomer wordt de koude bron gebruikt voor koeling van de gebouwen. Met een warmtewisselaar wordt de kou eruit gehaald. Het opgewarmde water wordt in de warme bron gepompt. In de winter gaat dit andersom. Elke bron kan tot 250 m3 per uur leveren. Met vier bronnen tegelijk kan dus tot 1.000 m3 per uur worden rondgepompt. Jaarlijks zal er zo ongeveer 1 miljoen m3 van warm naar koud en weer terug worden gepompt. Daarmee besparen het UMCG en de RUG straks ongeveer 1,2 miljoen kubieke meter aan aardgas per jaar. Dit staat gelijk aan 1.000 woningen, zo rekenen zij voor. Antea Group is blij met deze opdracht. Norbert: “Het is voor ons een groot werk als je kijkt naar de voorbereidingen en naar de uitvoering in korte tijd, waarbij je ook nog met diverse stakeholders te maken hebt. Vanuit de afdeling Realisatie hebben we de houding dat we eigenlijk nooit nee zeggen. Ook zit er veel innovatie in het project, met name vanwege de complexiteit en grootte. Dit is wat anders dan een WKO-installatie voor één bedrijf. Zo’n project past ons wel als organisatie. Daar worden wij wel blij van. Deze ervaring kunnen we in de toekomst ook elders weer gebruiken, zoals bij de aanleg van warmtenetten of het koppelen daarvan aan Geothermielocaties, waarvan we er al vele hebben aangelegd.” Voordeel is dat de leidingen niet exact op afschot hoeven te liggen, maar wel wat op en neer mogen gaan om bijvoorbeeld andere leidingen te passeren. “Van fouten leer je het meest” Dicky Rezel werkte dertien jaar als inspecteur voor Agentschap Telecom (RDI). Zijn ervaringen heeft hij opgeschreven in het boek Meters Maken! Het Kabel en leiding Overleg interviewde hem over het groeiende aantal graafschades, ernstige ongelukken en buitenlandse graafploegen. “Het is onverteerbaar dat er zoveel fout gaat.” TEKST: ERIK VAN STOKKOM, KABEL EN LEIDING OVERLEG BEELD: KABEL EN LEIDING OVERLEG Je bent nu een paar jaar met pensioen. Waarom laat dit onderwerp je niet los? “Ik kan er slecht tegen dat wij (de BV Nederland) elk jaar veertig miljoen euro weggooien. Dat geld betalen jij en ik aan de netbeheerder als netbeheerskosten. Bovendien is het verspilling van vakkundige menskracht waar in deze tijd juist veel behoefte aan is.” Rezel heeft zijn ervaringen als inspecteur opgetekend om te leren van fouten: “Ik heb van alles voorbij zien komen. Dat was ook de reden om dit boek te schrijven.” Bij graafwerkzaamheden gaat het eens op de achttien keer mis. Dit getal is al een paar jaar stabiel, terwijl het aantal graafwerkzaamheden jaar op jaar toeneemt. Is het glas halfvol of halfleeg? “Ik zeg: halfleeg, want het aantal schades groeit dus vrijwel net zo hard als het aantal werkzaamheden, met alle risico’s op letsel of erger. Dat is vooral erg als je bedenkt dat je de veel graafschades kunt voorkomen met een relatief beperkte inspanning.” Hoe dan? “Door de regels te volgen die de graafwereld (vertegenwoordigd door het Kabel en Leiding Overleg) zelf heeft opgesteld in de CROW 500. Er is een mentaliteitsverandering nodig, want in de graafketen gaat geld nog te vaak boven veiligheid.” Gravers krijgen vaak de schuld als het misgaat. Terecht? “Nee, de problemen ontstaan vaak eerder in de keten. Als het eenmaal fout zit, dan komt dat tot uiting in de sleuf. Bijvoorbeeld: als een netbeheerder zijn kabels en leidingen niet goed registreert, denkt een graver na een paar keer: ik hoef niet op de KLIC te kijken, want die klopt toch nooit! Of als een aannemer een klus heeft aangenomen voor te weinig geld, moet de graver tijd winnen door zo snel mogelijk te werken. Dat betekent een grotere kans op fouten. Neem nu het incident in Urk, daar werd een gasleiding aangezien voor een waterleiding: het zaakje explodeerde en vijf woningen brandden tot op de grond toe af. De aannemer heeft hier de schuld gekregen, maar dat wil niet zeggen dat anderen geen fouten hebben gemaakt. Lees de jurisprudentie over Urk maar, dan zul je het begrijpen.” Hoe kunnen we gravers helpen om fouten te voorkomen? “Het zijn meestal praktisch geschoolde mensen die met hun handen werken. Ze lezen weinig boeken en hebben soms moeite met het lezen van de KLIC. Zij hebben daarom duidelijke instructies en begeleiding nodig van een ervaren voorman. Maar daar gaat het soms fout: ik kwam regelmatig gravers tegen die zonder voorman aan het werk waren. Die voorman zat dan bij een andere klus. Dat is een risico en vraagt om problemen.” Hoe kijk je aan tegen de inzet van buitenlandse ploegen? “Aan de ene kant zorgen die voor veel flexibiliteit. Ik zie netwerken over heel Europa. Je hebt zo een zeer gemotiveerde ploeg uit Turkije of Roemenië hier aan het werk. Dat is mooi als de nood aan de man is, maar het levert ook praktische problemen op omdat zij onze taal en wetgeving niet kennen en een paar maanden later weer vertrokken zijn. Dan heb je een goede voorman nodig die wel Nederlands spreekt en ook de regels kent. Iemand die deze jongens goed kan begeleiden.” Hoe kun je de kwaliteit van de graafploegen verbeteren? “Ik zie dat veel aannemers en netbeheerders het werk uitbesteden. Vaak hebben ze zelfs geen eigen graafploegen. Waar wij in Nederland echt afwijken van andere landen is dat we vaak met zzp’ers werken. De Europese Commissie heeft ons onlangs nog op de vingers getikt dat er te weinig vaste arbeidscontracten zijn. Mijn advies: neem mensen in vaste dienst. Mensen in dienstverband kun je opleiden en bijscholen. Zo verbeter je de Dicky Rezel, oud-inspecteur van Agentschap Telecom: “Als mensen begrijpen welke gevaren ze lopen, gaat het aantal schades echt wel omlaag.”
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=