GWW-Totaal 3 - 2025

33 NUMMER 3 / MEI 2025 0NDERNEMEN AANBESTEDEN & AANNEMEN UAV-2012 versie 2025 en UAV-GC 2025 B.R. (Bard) van Veen is advocaat bij Severijn Hulshof Advocaten te Den Haag. Tel. (070) 304 55 90, E-mail: b.veen@shadv.nl, www.severijnhulshof. nl. Voor vragen over dit artikel of een cursus UAV, UAV-gc, RAW en/of aanbestedingsrecht, kunt u mij bereiken via het genoemde mailadres. Het eerste kwartaal van 2025 is in meerdere opzichten stormachtig begonnen. Ook juridisch, met de introductie vanuit CROW van de langverwachte UAV-GC 2025 medio januari. Maar ook met de eenzijdige vaststelling en publicatie van de UAV-2012 ‘versie 2025’ door Minister Mona Keijzer (VRO) eind februari. wettelijke verjaringstermijn van 10 of 20 jaar. In de Basisovereenkomst is het oude art. 13 leden 1 en 2 opgesplitst in art. 13a en art. 13b. Art. 13b is het oude lid 2 inzake de bewijslast na de Meerjarige Onderhoudsperiode. Art. 13a bevat nu een keuzemogelijkheid ter zake de regeling over aansprakelijkheid na oplevering. De tweede optie is vrijwel gelijk aan § 28-1 UAV-GC 2005. Die optie vormt dus een in de ‘overeenkomst’ opgenomen, toelaatbare afwijking van art. 7:758 lid 4 BW, en bepaalt dat de aannemer ‘niet meer aansprakelijk is, tenzij’. De eerste optie daarentegen is in lijn met art. 7:758 lid 4 BW, en bepaalt dat de aannemer ‘aansprakelijk is, tenzij’. Het is de vraag of een opdrachtgever überhaupt nog voor de tweede optie zou kiezen, te meer daar bij gebreke van het maken van een keuze in art. 13a de eerste optie ‘automatisch’ geldt. Wat van de opzet ook te vinden is, is wel een uitdrukkelijke keuze opgenomen, die geen onderscheid meer maakt tussen aanneming van werk, en aanneming van bouwwerken. UAV-2012 VERSIE 2025 Hoe is dit opgelost in de nieuwe UAV-2012 versie 2025? Heel anders, omdat de onderhandelende partijen er niet uitkwamen. § 12 leden 1 en 2 UAV-2012 zijn simpelweg geschrapt, terwijl de titel van § 12 nog steeds spreekt van aansprakelijkheid na oplevering, dat daarin niet meer wordt geregeld. Voor de aansprakelijkheid na oplevering geldt nu art. 7:758 lid 3 BW (aanneming van werk) of art. 7:758 lid 4 BW (aanneming van bouwwerken), zoals dat eigenlijk vanaf 1 januari 2024 dus ook al het geval was. § 12 UAV-2012 versie 2025 is nu gereduceerd tot de vervaltermijnen van 5 en 10 jaar (lid 4), en de link naar het einde van de, mits overeengekomen, onderhoudsperiode als het moment waarop § 12 in werking treedt (lid 5). Voor de goede orde, lid 3 was al vervallen bij de introductie van de UAV-2012. Is met de – ogenschijnlijk – ‘eenzijdige’ vaststelling door de Minister het paritaire karakter aan de UAV-2012 versie 2025 ontnomen? Dat karakter is van belang voor de toepasselijkheid van de Gids Proportionaliteit. Het door een aanbestedende dienst eenzijdig wijzigen van paritaire voorwaarden kan namelijk disproportioneel zijn volgens art. 3.9C Gids Proportionaliteit. Als je kijkt naar de aard van de wijziging en de reden erachter is het niet meer dan het officieel in lijn met de wet maken van § 12 UAV-2012 versie 2025. Kortom, het karakter lijkt toch wel gewoon behouden. Belangrijk is daarnaast te onderkennen dat de UAV-2012 niet met de publicatie van de UAV-2012 versie 2025 zijn ingetrokken. Omdat niet gekozen is voor de naam ‘UAV2025’, zoals wel gedaan is met de UAV-GC, TEKST: BARD VAN VEEN De introductie van beide voorwaarden is mede beïnvloed door het sinds 1 januari 2024 gewijzigde art. 7:758 BW, dat handelt over de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering. Het nieuwe lid 4 bepaalt bij aanneming van bouwwerken: ‘In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.’ Kortom, gebreken die ná de oplevering worden ontdekt komen voor rekening van de aannemer als die gebreken aan de aannemer zijn toe te rekenen. De aansprakelijkheid na oplevering is gewijzigd in het voordeel van de opdrachtgever en is ruimer geworden. De kennis en kunde van een opdrachtgever is eigenlijk niet relevant meer. UAV-2012 EN UAV-GC 2005 Zowel § 12 leden 1 en 2 UAV-2012 als § 28-1 UAV-GC 2005 gaan echter uit van een ander principe. Het uitgangspunt van deze bepalingen is dat de aannemer niet meer aansprakelijk is voor tekortkomingen na oplevering van het werk. Dit lijdt alleen uitzondering indien het gebrek – kort gezegd - is toe te rekenen aan de aannemer en de opdrachtgever heeft voldaan aan zijn onderzoeks- en mededelingsplicht. Door de wijziging van artikel 7:758 lid 4 BW zijn beide regelingen sinds 1 januari 2024 strijdig met de wet. Hoewel lid 4 bepaalt, dat professionele partijen daarvan mogen afwijken, kan dit uitsluitend uitdrukkelijk en in de aannemingsovereenkomst zelf geschieden. Zowel de UAV-2012 als UAV-2005 zijn algemene voorwaarden, dus een daarin opgenomen afwijking van de wet is geen geoorloofde afwijking. Het was dus nodig om § 12 leden 1 en 2 UAV 2012 en § 28-1 UAV-GC 2005 aan te passen. UAV-GC 2025 Hoe is dit opgelost in de nieuwe UAV-GC 2025? Allereerst is § 28-1 UAV-GC 2005 verdwenen. Het nieuwe § 28b-1 UAV-GC 2025 bevat een neutrale verwijzing naar ‘een gebrek in het Werk dat zich na oplevering manifesteert’. Verder bevat het de voorheen in § 28-2 UAV-GC 2005 opgenomen vervaltermijnen van 5 en 10 jaar in plaats van de kan er verwarring ontstaan, welke versie van toepassing is. Kortom, check goed, en gebruik als het kan UAV-2025 als benaming. Partijen kunnen zelf natuurlijk duidelijkheid creëren. Bijvoorbeeld door expliciet een keuze te maken voor de regeling in art. 7:758 lid 4 BW, en de eerste volzin - enigszins aangepast - als artikel in de aannemingsovereenkomst op te nemen: ‘Bij aanneming van bouwwerken is de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen.’ Of zelf een afwijkende regeling in de aannemingsovereenkomst op te nemen, bijvoorbeeld door te tekst van § 12 leden 1 en 2 UAV-2012 te citeren. Dat beide versies nog bestaan maakt tot slot, dat de hoofdaannemer in de bouwketen goed moet opletten in de contracten met zijn onderaannemers. Als hij op grond van art. 7:758 lid 4 BW aansprakelijk is richting zijn opdrachtgever, maar in de onderaannemingsovereenkomst § 12 UAV-2012 staat vermeld, kan dat voor problemen zorgen. Foto: Griekspoor.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=