33 NUMMER 6 / OKTOBER 2025 0NDERNEMEN AANBESTEDEN & AANNEMEN Herstel van een aanrijdbeveiliging sterk was de besteksmatig voorgeschreven constructie. VOLDOET DE AFWIJKING? Appelarbiters waren het niet met aanneemsters eens. Niet relevant is of de constructie minimaal even sterk is: de centraal te stellen vraag is of de gerealiseerde aanrijdbeveiliging voldoet aan de daaraan te stellen eisen, en op wie de bewijslast daarvan rust. Met verwijzing naar de besteksparagrafen over het opstellen van tekeningen en berekeningen oordelen appelarbiters dat via het bestekshoofdstuk over metaalconstructiewerk NEN-normen van toepassing zijn. De aanrijdbeveiliging heeft mede – als doorrijd-/ randbeveiliging van het parkeerdek – de bescherming van de veiligheid van personen ten doel. Op de berekening van de aanrijdbeveiliging is daarom ook NEN 6702 van toepassing. Het devies luidt – in zijn algemeenheid – dat uitsluitend weloverwogen en goed gedocumenteerd een alternatief gepresenteerd moet worden. De bewijslast rust bij de voorsteller van het alternatief, in dit geval aanneemsters. Appelarbiters stellen vast dat aanneemsters niet hebben aangetoond dat de door hen gewijzigde aanrijdbeveiliging voldoet aan NEN 6702. Dat wat aanneemsters hebben aangevoerd overtuigt appelarbiters namelijk niet. Niet is aangetoond dat de andere wijze van koppeling van de aanrijdbeveiliging aan (de constructie van) het parkeerdek geen afbreuk doet aan de veiligheid. De daartoe door aanneemsters overgelegde documenten en rapporten tonen dit niet aan; daaruit blijkt slechts dat de individuele onderdelen voldoen, maar niet de constructie als geheel. Sterker nog, in één van de overgelegde rapporten staat dat de aanrijdbeveiliging technisch niet voldoet in de ogen van de betreffende deskundige. Het feit dat opdrachtgeefster naar door aanneemsters opgestelde tekeningen heeft gekeken doet, getuige het bestek, niet af aan de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van aanneemsters. Dat het besteksontwerp evenmin rekenkundig was onderbouwd, achten appelarbiters niet relevant. Appelarbiters gaan er derhalve vanuit dat de door aanneemsters gerealiseerde aanrijdbeveiliging niet voldoet aan de eraan te stellen eisen, zodat inderdaad sprake is van een gebrek in het uitgevoerde werk. In dat kader verwijzen appelarbiters ook nog naar de in het bestek opgenomen afwijking van paragraaf 12 UAV, waarin staat dat de bewijslast dat geen sprake is van een verborgen gebrek waarvoor aanneemster verantwoordelijk is, bij aanneemsters is gelegd. Ik breng nog maar eens het op 1 januari 2024 inwerking getreden art. 7:758 lid 4 BW, welk artikel ziet op aanneming van bouwwerken. Hoewel dit artikel geldt voor aannemingsovereenkomsten die na die datum zijn gesloten, maakt dit artikel paragraaf 12 UAV sindsdien tot een dode letter. Paragraaf 12 is strijdig met dit artikel, en die strijdigheid kan alleen worden opgeheven door het bepaalde van paragraaf 12 lid 1 en 2 UAV in de aannemingsovereenkomst zelf op te nemen. Art. 7:758 lid 4 BW legt de bewijslast namelijk bij de aannemer, zoals in het bestek was opgenomen. Het schenden van een waarschuwingsverplichting, zoals opdrachtgeefster ook nog had aangevoerd, is in dit geval niet relevant, omdat aanneemsters een andere uitvoeringsmethodiek hebben gekozen. HOE GAAT HERSTEL? Appelarbiters oordelen evenzeer dat arbiters in eerste aanleg de vordering tot herstel ten onrechte hebben afgewezen. Hoe moet dan worden hersteld? Interessant is de overweging van appelarbiters, dat het verrichten van de herstelwerkzaamheden naar hun oordeel niet aan te merken is als het uitvoeren van verbouwingswerkzaamheden aan een bestaand pand. In dat geval zouden de ten tijde van de uitvoering van die werkzaamheden geldende normen gevolgd moeten worden. De eisen van goed en deugdelijk werk bij de uitvoering van herstelwerkzaamheden worden ingevuld aan de hand van de destijds bij de uitvoering van de oorspronkelijke bouw geldende normen. Appelarbiters overwegen dat nieuwe normen niet automatisch van toepassing zijn, tenzij dit uitdrukkelijk volgt uit de eisen van goed en deugdelijk werk, garantienormen of dwingende regelgeving. Het alsnog voldoen aan hogere eisen van nieuwe normen hoeft slechts plaats te vinden na bijbetaling door opdrachtgeefster. Appelarbiters handhaven het principe dat ‘herstel des aannemers is’. Voor appelarbiters staat op voorhand niet vast dat aanneemsters geen goed en deugdelijk herstelwerk zullen leveren. Zij laten daarom aanneemsters de vrije hand en wijzen de vordering tot herstel conform een door TNO te accorderen herstelplan af. Omgekeerd geven appelarbiters geen gehoor aan het verzoek van aanneemsters om specifiek aan te geven waar de herstelwerkzaamheden uit zouden moeten bestaan. Omdat aanneemsters geen verweer hadden gevoerd tegen de door opdrachtgeefster gevorderde hersteltermijn van zes maanden na datum vonnis, wijzen appelarbiters die termijn toe, op straffe van een dwangsom van € 1.500,- per dag of een dagdeel met een maximum van € 150.000,-. Voer dus altijd verweer, zeker op een dergelijk belangrijk onderdeel. Kortom, aanneemsters vliegen alsnog uit de bocht. Het is interessant om te zien op welke gronden appelarbiters dat oordeel geven. WAT GELDT CONTRACTUEEL? Allereerst staan appelarbiters stil bij (de opbouw van) het bestek. Zij overwegen dat de aanrijdbeveiliging niet een onderdeel van de terreininrichting is maar een constructief onderdeel van het werk (het bedrijfspand). Daarom dienen meer en andere besteksbepalingen in onderlinge samenhang te worden uitgelegd. Appelarbiters volgen opdrachtgeefster in haar stelling dat het algemeen deel van het bestek, in het bijzonder de verplichting tot het opstellen van tekeningen en berekeningen, en de verantwoordelijkheid daarvan, bij aanneemsters rust. Kortom, aan de aanrijdconstructie waren meer en zwaardere contractuele eisen verbonden, zoals NEN-normen. Appelarbiters stellen vervolgens vast, dat aanneemsters een aanrijdbeveiliging hebben gerealiseerd die afwijkt van het bestek. De voetplaten dienden besteksmatig op de ter plaatse aanwezige staalconstructie van het parkeerdek te worden bevestigd, dus staal op staal. Aanneemsters hadden de voetplaat echter op de betonnen druklaag van de vloer van het parkeerdek gemonteerd. Als ‘rechtvaardiging’ hadden aanneemsters aangevoerd dat de op die manier gerealiseerde aanrijdconstructie minimaal even TEKST: BARD VAN VEEN Opdrachtgeefster was in hoger beroep gekomen, omdat haar vordering ter zake het herstel van de aanrijdconstructie op het parkeerdek was afgewezen. Kort gezegd hadden arbiters in eerste aanleg geoordeeld dat de door aanneemsters aangebrachte aanrijdconstructie sterker was dan in het bestek was voorgeschreven, zodat in hun ogen van een gebrekkige aanrijdconstructie geen sprake was. In het verlengde daarvan hadden zij de vordering tot herstel afgewezen. In hoger beroep liggen de stellingen van beide partijen ter zake die aanrijdconstructie weer voor. Opvallend is dat opdrachtgeefster kort voor de zitting haar eis had gewijzigd. Zij had expliciet om veroordeling van aanneemsters gevraagd om een herstelmethode toe te passen conform een door hen opgesteld c.q. op te stellen herstelplan, dat door TNO zou moeten worden goedgekeurd. De vier grieven van opdrachtgeefster richten zich primair op het oordeel van arbiters in eerste aanleg dat zij de door aanneemsters ingediende (deskundigen)berichten en rapporten hadden beoordeeld en geoordeeld hadden dat de aangebrachte aanrijdconstructie voldeed. Appelarbiters zijn het met opdrachtgeefster eens, dat de aanrijdconstructie niet voldeed. Voldoet de aangebrachte aanrijdbeveiliging (randbeveiliging) op een parkeerdek van een nieuw gebouwd bedrijfsgebouw aan het (UAV-) bestek of niet? Zo niet, hoe moet dan worden hersteld? Deze vragen stonden centraal in het appelvonnis van 28 augustus 2025. B.R. (Bard) van Veen is advocaat bij Severijn Hulshof Advocaten te Den Haag. Tel. (070) 304 55 90, E-mail: b.veen@shadv.nl, www.severijnhulshof.nl. Voor vragen over dit artikel, kunt u mij bereiken via het genoemde mailadres. Het RvA geschilnummer van deze zaak is: 72.351. Foto ter illustratie. Foto: Ballast Nedam Parking BV.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=