GWW-Totaal 6 - 2021

PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 44 WAARDERING VAN INFRA-WERK OP LAAGSTE PRIJS IS TOE AAN HERIJKING Wat kost een veilige en gezonde leefomgeving? Gezondheid, klimaatadaptatie, mobiliteit, netwerkverbindingen… In al die vitale facetten van onze samenleving spelen mkb-infraonderne- mers een cruciale rol. Zonder een goed functionerende ondergrondse en bovengrondse infrastructuur heeft onze moderne samenleving en economie de stabiliteit van een kaartenhuis. Het wordt tijd de inspan- ning van de infra-bedrijven te waarderen tegen de achtergrond van dit perspectief, vindt Philip Nieuwenhuizen, de voorzitter/directeur van MKB INFRA. Een eerste verkenning. werk. Niet letterlijk, maar figuurlijk door ze onderling te laten concurreren op prijs. De goedkoopste kon aan de bak. Dat leek een correcte aanpak, want het ging immers om de uitgave van geld dat door alle burgers bijeengebracht was. Alle publieke werken gingen op deze wijze over de toonbank. Ik ben geen historicus en zal hier en daar onge- twijfeld wat kort door de bocht zijn gegaan in de beschrijving van de ontwikkeling. Maar de grote lijnen kloppen. WEGGEMOFFELD IN LAAGSTE PRIJS Nog altijd mogen onze leden onder de streep de openbare werken in de grond- weg en wa- terbouw uitvoeren tegen de laagste prijs, alle goede bedoelingen met emvi, geïntegreerde contracten en andere aanbestedingsexperi- menten ten spijt. Met ander woorden: onze leden worden afgerekend op de laagste prijs per meter aangelegde weg, onderhouden wa- tergang, gelegde kabel of leiding, enzovoort. Kortom het aanbrengen en onderhouden van een fysieke verbinding tussen A en B conform de laatste stand der civiele techniek. Maar ons werk omvat zoveel meer. De maat- schappelijk impact, de sociale verbinding, de veiligheid en het belang voor samenleving en gezondheid… Ons werk brengt mensen dichter bij elkaar en bestrijdt de eenzaam- heid doordat ze op een veilige wijze elkaar kunnen opzoeken via weg of spoor en digitaal via glasvezelkabels. De gezondheidsaspecten van riolering en schoon oppervlaktewater zijn nog net zo actueel als twee eeuwen terug. Net als de waterveiligheid, nu de zeespiegel blijft stijgen. En daarbij komen inmiddels ook de bijdrages aan de grote vraagstukken van deze tijd: de strijd tegen de gevolgen van klimaatverandering is evident. Energietransitie betekent loskoppeling van het gasnet en uitbreiding van het warmtenet. Maar ook capaciteitsvergroting voor het elektriciteitsnet vanwege de exponentieel toenemende vraag naar laadcapaciteit of aflevercapaciteit voor schoon opgewekte stroom. Al die zaken zijn weggemoffeld in de banaliteit van de laagste prijs. VERNIEUWEND DENKEN De inzet van onze bedrijven moet op een andere manier gewaardeerd en aan andere criteria getoetst worden, vind ik. Criteria die, naast de gebruikelijke economische afweging, gericht zijn op bijvoorbeeld leefbaarheid, comfort, volksgezondheid, klimaatbestendigheid en veiligheid. Dat zou een impuls geven aan vernieuwend denken over onze ondergrondse en bovengrondse in- frastructuur. Pas als je daar als maatschappij (en dus als overheidsopdrachtgever namens die maatschappij) oog voor hebt, wordt er naar de optimale oplossing gekeken in plaats van naar zoveel mogelijk product voor zo weinig mogelijk belastinggeld. Pas dan zal kwaliteit echt zwaar gaan wegen en worden betaald. Want pas dan zal het besef landen dat suboptimale infrastructuur de gevolgen van overstromingen niet kan inperken, de groeiende goederenstromen steeds minder de baas kan, op piekmomenten onvoldoende De aanleg van een rioleringsstelsel in grote steden helpt de volksgezondheid met sprongen vooruit. Dat inzicht was al bekend in de negentiende eeuw, de eeuw waarin het verband tussen hygiëne en ziekten weten- schappelijk is aangetoond. In grote steden verdwenen open afvoergoten om plaats te maken voor riolen. Het zou logisch geweest zijn als men toen besloten had dat ‘riolisering’ van het afvalwater een taak van het ministe- rie van volksgezondheid moest worden. In overheidskringen is logica echter door- gaans een ondergeschoven kindje en men verzon een technische dienst die leiding ging geven aan de openbare werken en ook de uitvoering zal men aanvankelijk in eigen hand gehouden hebben. Ergens in de geschiedenis van publieke werken moeten de overheids- diensten gedacht hebben dat het goedkoper kan als de marktpartijen vechten om het “HET GAAT MIJ OM EEN DENKRAAM WAARBIJ DE VOLGENDE INSTEEK LEIDEND MOET ZIJN: WAT HEBBEN WE ERVOOR OVER? EN NIET: WIE IS DE GOEDKOOPSTE?”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=