GWW-Totaal 4 - 2022

PLATFORM VOOR GROND-, WEG- EN WATERBOUW 8 Steeds meer bruggen aangeboden voor hergebruik Hergebruik van bruggen en onderdelen daarvan begint langzaam op gang te komen. “Er is niet alleen sprake van enkele koplopers, maar er zijn steeds meer overheden die belangstelling tonen”, constateert Barbara Kuipers, Coördinator hergebruik bij Rijkswaterstaat. De Rotterdamse Van Brienenoordbrug bijvoorbeeld zou in de toekomst zo maar op een andere plek kunnen liggen. TEKST: HENKWIND De Nationale Bruggenbank is het instrument waarop overheden bruggen – en viaducten – kunnen aanbieden aan andere overheden. Dit past bij de ambitie van de overheid om in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair te werken, en daarmee het gebruik van primaire grondstoffen en CO2-uitstoot te reduceren. Het grootste aanbod op de Nationale Bruggenbank is nu nog van Rijkswaterstaat, maar dat komt vooral doordat die organisatie er al wat langer mee bezig was. Inmiddels staat de Nationale Bruggenbank, die vorig jaar van start ging, volop in de belangstelling, constateert Barbara Kuipers. “Er is zelfs belangstelling vanuit het buitenland. We worden gezien als koploper. Ook voor de bruggen is er belangstelling. Er lopen onderzoeken en verkenningen om aangeboden bruggen te hergebruiken. Concrete resultaten zijn er op dit moment echter nog niet.” MEER TIJD NODIG Dat er geen concrete resultaten zijn is eigenlijk ook logisch, want voor hergebruik van een brug is over het algemeen een lang traject nodig. Juist dat was ook de reden voor oprichting van de Nationale Bruggenbank. “Het is begonnen bij de Lekbrug bij Vianen. Die was al jaren afgesloten omdat die niet paste in de verbreding van de weg en stond op de nominatie om gesloopt te worden. De brug was constructief nog in goede staat. Tegelijk hadden we voor de Suurhoffbrug in de A15 een tijdelijke brug nodig. We hebben toen onderzocht of we daar de Lekbrug voor konden gebruiken. Transport leek complex, maar niet onmogelijk. De nieuwe locatie was echter nogal complex vanwege kabels en leidingen en de planning was krap. Ook wordt een brug die verplaatst wordt, gezien als een nieuwe brug die dus moet voldoen aan die ontwerpeisen met een levensduur van 100 jaar. We waren toen nog niet zo ver dat we daar betrouwbare voorspellingen over konden doen. Dat waren te veel risico’s voor een eerste keer.” De conclusie was dan ook dat er voor hergebruik meer tijd nodig zou zijn. “Als je nu al weet wat er in de toekomst vrij komt, kun je daar op anticiperen. Daarom is het belangrijk om dit al in een vroege fase mee te nemen en de nodige onderzoeken te starten. Dan kun je ontwerpen op het hergebruik van een bepaalde brug, in plaats van die brug later nog in je ontwerp in te moeten passen. In de verkenningsfase kun je dan al kijken of de brug past, wat er voor nodig is om die te hergebruiken en hoe het zit met transport. Als je daar zicht op hebt kun je kijken naar de kosten en naar de milieu-impact en afwegen of dit een wenselijke oplossing is.” STAPPENPLAN De Lekbrug werd inmiddels gesloopt omdat het niet verantwoord was om die nog langer op zijn plek te laten liggen. Bij Rijkswaterstaat begon circulariteit en hergebruik echter wel onderdeel van de mindset te worden. Daaromwerd samen met de gemeenten Amsterdam en Rotterdam een traject gestart naar mogelijk hergebruik van de in 2027 vrijkomende Keizersveerbruggen van de A27. Hier werden ook andere partners en De in 2027 vrijkomende Keizersveerbruggen van de A27. Foto: Rijkswaterstaat. De Rotterdamse Van Brienenoordbrug vindt in de toekomst mogelijk elders een nieuwe plek. Foto: Rijkswaterstaat.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=