GWW-Totaal 7 - 2022

45 NUMMER 7 / DECEMBER 2022 MKB INFRA NIEUWS COLUMN philip van nieuwenhuizen Duurzaam ondernemen Over het feit dat de aarde opwarmt zijn we het allemaal eens. Over de oorzaken daarvoor misschien niet helemaal. Maar over de noodzaak omdie opwarming af te remmen dan weer wel. Het nieuwste wapen in de strijd tegen de opwarming wordt per 1 januari 2024 geactiveerd: de duurzaamheidsrapportage. Daarin worden (in eerste instantie alleen grote) bedrijven verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens enmilieu. De grote bedrijven doen er overigens goed aan nu al te beginnen met het verzamelen van de benodigde gegevens, want je moet in 2024 wel wat hebben om over te rapporteren. En ook verstandig is om alvast een rapporteur en de middelen om hem te betalen te reserveren. De deskundigen, die zo’n rapport kunnen opstellen, zijn namelijk nog erg dun gezaaid en zijn voornamelijk te vinden op de Zuidas. Hoewel het niet de bedoeling is dat alle bedrijven meteen onder de verplichting vallen, is het zeer waarschijnlijk dat de verplichtingen zullen doorwerken in de keten, die de bouwsector vormt, of in de relatie met uw bank, die al meteen onder de plicht valt. En in de wat verdere toekomst wordt duurzaam ondernemen met bijbehorende rapportageplicht hoe dan ook voorwaarde voor toegang tot financiële faciliteiten, voor groot én klein. Het product van onze sector zal alleen al door de rapportageplicht nog weer wat duurder worden. Want de mensen die zo’n rapport kunnen opstellen kosten per uur evenveel als nu de hele maandboekhouding van een mkb. En dan hebben we het nog niet over de eigen inspanningen van de toch al overbelaste bedrijfseigenaar. Maar er moet ook wel wat te rapporteren vallen, want in een markt voor overheidsopdrachten heb je niet altijd de keuze of je product duurzaam is. Dat bepaalt nog altijd de opdrachtgever en je voert uit wat er gevraagd wordt. Anders zit je duurzaam zonder opdracht. Het is dus goed om nu al uw opdrachtgevers daarvan te doordringen. Want al zij niet duurzaam uitvragen, kunt u mogelijk problemen krijgen met uw financiering en dus uw toekomst. Philip van Nieuwenhuizen Voorzitter/directeur MKB INFRA MKB INFRA Nieuweweg 226, 3905 LT Veenendaal Postbus 1085, 3900 BB Veenendaal Tel. (0318) 544 905 Fax (0318) 544 909 E. secretariaat@mkb-infra.nl www.mkb-infra.nl wat er allemaal niet deugt onder verwijzing naar de betreffende paragrafen in de Gids Proportionaliteit.” RISICOALLOCATIE Het succespercentage was lange tijd ruim 80 procent. De laatste jaren is dat wat afgenomen, maar met 70 tot 75 procent is de score nog altijd heel behoorlijk. Hoe is dat te verklaren en zijn er voor een lichte terugval oorzaken aan te wijzen? Jelle: “De lichte terugval valt te verklaren door het feit dat de klachten die we nu krijgen complexer en omvangrijker zijn. De makkelijkere klachten, waar we doorgaans succes mee boekten, zijn afgenomen. En dat heeft invloed op het succespercentage. Dat ACAGWWnog altijd goed scoort komt voor een belangrijk deel door onwetendheid aan de zijde van de opdrachtgever. Als we een klacht indienen lijkt het vaak of opdrachtgevende diensten zich niet realiseren dat ze fouten hebben gemaakt in hun uitvraag. Ze reageren dan: ‘ja, als je het zo zegt, heb je eigenlijk wel gelijk. We gaan het aanpassen.’ Veel kennis is weggevloeid waardoor ze deze moeten inkopen. Vaak is dat het ingenieursbureau dat tegen de laagst mogelijke prijs de opdracht heeft gekregen en dan moet ’t ook nog eens snel gebeuren. De jongste medewerker wordt erop gezet en die knipt en plakt een provisorisch bestek bij elkaar dat behoorlijk rammelt. Het kennisniveau is – de goeden niet te na gesproken – magertjes en dan drukken we ons in een aantal gevallen voorzichtig uit. Dat heeft natuurlijk gevolgen. Je kunt op je vingers uittellen wat aannemers doen met een bestek waar je zonder al teveel moeite gaten in kunt schieten. Op al die afwijkingen volgt meerwerk. En dat kan weer leiden tot een toename van het aantal vechtcontracten. ” MEER RISICOALLOCATIE Renée: “We zien inderdaad een verschuiving van de problematiek naarmeer complexe zaken. Het gaat bijvoorbeeld steeds vaker over risicoallocatie, het toewijzen van risico’s aan de aannemer. Is dat nog redelijk? Kan de aannemer de risico’s overzien en beheersen of gaat het omonaanvaardbare risico’smocht het misgaan? Een veelvoorkomend risico op dit moment is het ontbreken van een (redelijke) regeling voor prijsindexering. Als we daarover een klacht krijgen, wijzenwe de aanbestedende dienst op deze omissiemet het verzoek de uitvraag hierop aan te passen. En je ziet toch dat men danminder geneigd is gehoor te geven aan ons verzoek, omdat het aanbestedende diensten direct geld kan kosten. Soms kan ik de besluiten van de aanbestedende diensten niet altijd volgen op dit punt. Laatst heb ik een klacht ingediend over het uitsluiten van indexering over de eerste vier jaar van de duur van het contract. Daar was een vraag over gesteld en de aanbestedende dienst had gezegd: dat moet je danmaar verdisconteren in de prijs. Naast het feit dat dit disproportioneel is omdat je hiermee het risico volledig bij de aannemer legt, denk ik: is dat nouwel zo handig?Want voor hetzelfde geld hebbenwe volgend jaar weer temakenmet prijsdalingen en dan betaal jeweer te veel. Die klacht is overigens niet gehonoreerd. Verder spelen risico’s bij hoge boetes, te scherpe levertijden, beperking van de aansprakelijkheid en niet verzekerbare risico’s een steeds belangrijkere rol.” NUL INSCHRIJVERS Joost: “Een andere reden voor een lichte terugval in het succesquotum is de toegenomen kennis bij de aannemers over de aanbestedingsregels. Ze zijn ook wel zelfbewuster geworden. Ze herkennen eenvoudige disproportionele zaken en kaarten die gewoon aan bij de aanbestedende dienst. Soms verbinden ze er de voorwaarde aan: ‘de disproportionele eis gaat van tafel of ik trek mij terug’. En dat is misschien wel de beste manier om bezwaar te maken. Nul inschrijvers wijst in veel gevallen op een brevet van onvermogen om een deugdelijk bestek of redelijke uitvraag in de markt te zetten. Aanbestedingen die drie keer opnieuwmoeten of die maar één of twee inschrijvers hebben; je ziet ze steeds vaker. Wij hopen dan dat de gegroeide zelfredzaamheid die wij zien bij de aannemers ook een beetje komt door het werk dat wij al die jaren voor de ondernemers hebben verricht via lezingen en de columns in de bladen en nieuwsbrieven en natuurlijk de advisering via ACA GWG. We krijgen dat gelukkig ook wel eens terug. Een aannemer die een opdrachtgever weet te overtuigen door een column mee te sturen die betrekking heeft op het betreffende onderwerp, het komt regelmatig voor. Ten slotte neemt het aantal vragen dat we via ACA ontvangen toe als het ACA GWG meer naar buiten treedt. En dat heeft ACA GWG de afgelopen jaren wegens corona niet zo vaak kunnen doen als we dat altijd gewend waren.” BELANGENCONFLICT? Het spreekt voor zich dat de ACA-advocaten op de hoogte zijn van de jongste jurisprudentie over aanbestedingszaken. Als er vandaag een uitspraak is over een eis van een aanbestedende dienst, dan kan die morgen ingezet worden bij een klacht van een aannemer. Maar dat geldt ook voor de andere reguliere cliënten van Severijn en Hulshof. Onder hen zijn ook opdrachtgevende instanties. Leidt dat nooit tot een botsing van belangen? Joost: “In theorie zou het kunnen voorkomen dat een vraag of klacht betrekking heeft op het handelen van een aanbestedende dienst die wij met ons advocatenkantoor bijstaan. Dat is echter in al die jaren dat wij de ACA-dienstverlening doen nog niet voorgekomen, maar het zou wel kunnen. Als het zich voordoet, dan is de afspraak dat wij dit direct melden bij Philip van Nieuwenhuizen, de voorzitter/directeur van MKB Infra. ACA kan dan terugvallen op de advisering van CROWof een andere juriste die ook het nodige advieswerk doet voor MKB Infra. De dienstverlening is dus altijd gewaarborgd.”

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=